Rodney Kwasiba werd vorig jaar op 29 augustus neergeschoten tijdens opsporingswerkzaamheden van het Regio Bijstandsteam Midden (RBTM) te Paranam in het district Para. Het slachtoffer werd onterecht aangezien als verdachte. De verwondingen van Kwasiba waren van dien aard dat, als kostwinner, hij niet meer in staat was zijn familie en zichzelf te onderhouden. Door tussenkomst van vicepresident Ronnie Brunswijk, zou het slachtoffer gedurende 5 jaar verzekerd worden van een financiële tegemoetkoming van SRD 10.000 per maand om in zijn dagelijkse behoefte te voorzien. Het contract werd op 12 april 2022 ondertekend.
Kwasiba overleed echter in de nacht van woensdag op donderdag 4 augustus.
Vorig jaar werd na het schietincident de Martin Luther Kingweg, dicht bij het kruispunt van Paranam, gebarricadeerd door verhitte buurtbewoners. Op donderdagochtend 4 augustus werd de weg wederom gebarricadeerd. Hierbij werden er flessen kapot gegooid en werden vuil en banden verbrand op de weg.
Er heerste een chaotische situatie. Ondanks dat de politie ter plekke was wilden de mensen de barricade niet opheffen. Dit zouden zij naar hun zeggen pas doen, wanneer de president of vicepresident met hen zou komen praten. Toen de politie tot actie overging om de barricade op te heffen raakten de mensen nog meer verhit. Enkele gingen in gevecht met de politie. Een jongeman werd door de politie in elkaar geslagen.
De redactie van Dagblad Suriname vernam dat twee personen door de politie werden afgevoerd. Op den duur was de politie genoodzaakt schoten te lossen om de orde te handhaven. Echter werd deze handeling ten zeerste afgekeurd door de buurtbewoners, omdat er iets meer dan 100 mensen op de weg waren. Zelfs de districtscommissaris van Para, Marlene Joden, was niet te spreken over deze situatie. Het ging om een zeer heftige situatie. Nadat schoten gelost waren, begonnen de mensen te huilen, gillen en schelden, vertelt een bewoner. De bewoner heeft dit als zeer aangrijpend ervaren.
De bewoners gingen over tot het barricaderen van de weg, omdat zij zich niet meer veilig voelen. Ze willen dat de regering aandacht voor deze kwestie heeft. Volgens hen moeten dit soort gevallen in het vervolg voorkomen worden.
Rond half 12 ‘s morgens was vicepresident Ronnie Brunswijk ter plekke met een helikopter geland, om de verhitte menigte toe te spreken. De vicepresident ging ook naar het huis van de overledene en sprak de mensen in het Saramaccaans toe. Hij gaf daarbij aan, dat hij het verdriet van de mensen begrijpt, maar dat de persoon niet meer in leven gebracht kan worden. Volgens hem zou gekeken moeten naar hetgeen verder moet gebeuren.
Nadat de vicepresident de mensen had toegesproken, keerde enigszins de rust weer terug. Brunswijk gaf aan, dat hij samen met de familie de verdere stappen zou bespreken.
SK
