Limieten

Het was te verwachten dat er maatregelen getroffen zouden worden tegen de hoge politiefunctionarissen die meegedaan hebben aan protestmanifestaties tegen de regering. Van het Korps Politie Suriname wordt een zekere loyaliteit verwacht naar de regering toe. Dat impliceert dat de politie niet mag protesteren en vertrek of afzetting van de regering mag eisen. Men zou wel mogen betogen voor goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. 

Echter is het protesteren tegen de regering niet expliciet verboden voor de politie. In de politiewet- en regelgeving zijn er geen verboden wat betreft het protesteren of meedoen aan manifestaties. In de militaire wetgeving die van latere datum is, zijn er wel regels met betrekking tot protestmanifestaties opgenomen. De politiewetgeving is van oudere datum en daarin zijn er geen regels opgenomen met betrekking tot het ageren tegen de regering. Maar, wanneer er regels zijn voor het leger, mag men dan niet ervan uitgaan dat diezelfde regels ook moeten gelden voor militairen? Dat kan een benadering zijn, maar er zijn verschillen qua karakter wat betreft leger en politie.

Het leger heeft als taak om te waken over de soevereiniteit van de Staat Suriname. Men is belast met het bewaken van het territorium van Suriname tegen inbreuken van andere landen. Het leger is ook belast om te waken over de integriteit van de regering. De politie heeft die taken niet, maar kan daarin in tijden van calamiteit wel bijstaan. De politie heeft wel de taak om te zorgen voor de criminaliteitsbestrijding en de veiligheid van de burgers. Maar, als het voeren van strijd door militairen aan banden is gelegd, dan wordt het in zekere zin geacht ook beperkt te zijn voor de politie en dan denken we met name aan bepaalde strategische diensten en de politierangen in de hogere echelons. De politiefunctionarissen in de hogere rangen worden geacht deel uit te maken van de politieleiding. De politieleiding van een land kan niet opkomen tegen de leiding van het land. Het is een kwestie van loyaliteit, waaromtrent geen twijfel moet bestaan bij de leiding van het land. De beperkingen bij de militairen zijn duidelijk. Het is militaire landsdienaren verboden om collectieve actie te voeren. Dat staat duidelijk in de Wet Rechtspositie Militairen. Het recht op betoging en vrije meningsuiting van militairen is ook aan banden gelegd in de Wet Rechtspositie Militairen. In de wet is het voeren van collectieve actie verboden. De militaire landsdienaar dient zich te onthouden van deelname aan collectieve actie. Daaronder vallen ook de stakingen zoals we die kennen. Onder collectieve acties moeten ook begrepen worden de betogingen zoals die laatst zijn gehouden. De deelname van militairen aan collectieve acties is uitdrukkelijk verboden.

De militaire landsdienaar dient zich te onthouden van deelname aan een betoging waarvoor door het bevoegde gezag geen toestemming is verleend. Dat is ook een verbod uit de wet. Ook is het voor militairen verboden om in uniform deel te nemen aan een betoging buiten een militaire plaats. Ook het deelnemen aan een betoging terwijl redelijkerwijs is te verwachten dat ongeregeldheden zullen plaatsvinden is voor militairen verboden. Dan denken we aan de betogingen die recent hebben plaatsgevonden en waar zelfs molotov cocktails zijn gegooid. Voor het houden van een betoging binnen een militaire plaats is de schriftelijke toestemming van de bevoegde commandant vereist. Deze toestemming kan slechts worden geweigerd in het belang van het ongestoorde verloop van de dienst. De militaire landsdienaar dient zich ook te onthouden van deelname aan een vergadering, die gericht is op ondermijning van het regeringsgezag. Dan verwijzen we weer naar de betogingen van recent. Een vergadering waarbij het aanzetten tot het aanzetten tot enig strafbaar feit is voor militairen verboden. 

Dus waarom niet voor hooggeplaatste politiefunctionarissen. Ook indien op een meeting redelijkerwijs te verwachten is dat ongeregeldheden zullen plaatsvinden is verboden voor militairen. De militaire landsdienaar dient zich verder te onthouden van deelname aan een vergadering binnen een militaire plaats, die niet tot de gewone dienstvervulling kan worden gerekend. Of aan een vergadering waarvoor de bevoegde commandant geen schriftelijke toestemming heeft verleend. 

Dus naar analogie is het redelijk dat zulke regels ook voor de politie gelden. De militaire landsdienaar dient zich te onthouden van deelname in uniform aan een openbare politieke bijeenkomst. De toestemming kan slechts worden geweigerd in het algemeen belang en in belang van het ongestoorde verloop van de dienst. De wet geeft verder aan dat militairen wel lid mogen zijn van een politieke vereniging. Maar, het is ze niet toegestaan te fungeren als bestuurslid of woordvoerder van die vereniging. Dit alles geeft aan wat de politieke betrokkenheid van militairen mogen zijn. Van daaruit kan ook de gedragscode van de politie worden afgeleid. 

Maar, dat is niet alles. De militairen dienen zich ook te onthouden van schriftelijke of mondelinge meningsuitingen gericht op ondermijning van het regeringsgezag. Of tot het aanzetten tot een strafbaar feit of verstoring van het werkverband is verboden voor militairen. Er zijn dus duidelijk beperkingen voor de militairen dus daaruit mag je afleiden dat er ook beperkingen zijn voor de politie, althans voor bepaalde eenheden en hogere functies. Dat is de achtergrond van de ontheffing van 2 hooggeplaatste politiefunctionarissen, een manier om er tegenaan te kijken.

error: Kopiëren mag niet!