Een clusterteam van ministers zal het sociaal vangnet moeten vlot trekken. Hoewel het sociaal vangnetprogramma reeds lang is goedgekeurd ondervindt de uitvoering ervan ernstige stagnaties.
President Chandrikapersad Santokhi zei maandag 1 augustus op de regeringspersconferentie, dat het sociaal vangnetprogramma een aantal “cross cutting” issues heeft, en dat mede daarom hij nu gekozen heeft om een clusterteam van ministers met de uitvoering ervan te belasten.
Eerder heeft de regeringsleider op verschillende momenten aangegeven niet tevreden te zijn met de snelheid waarop zaken worden geïmplementeerd. Ook door de regeringsfracties in het parlement is vaker hierop gewezen en aandacht voor gevraagd.
Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) is tot nog toe met de uitvoering belast van de diverse onderdelen van het sociaal programma van de regering. President Santokhi wees erop, dat enkele onderdelen van het sociaal vangnetprogramma reeds lopen, waaronder het project gratis schoolbusvervoer, het babyvoeding project en de Bazokaarten uitgifte. Verder noemde hij de verhogingen van verschillende sociale voorzieningen, zoals AOV, AKB, financiële bijstand aan personen met een beperking en de financiële bijstand aan zwakke huishoudens. De regering bekijkt de mogelijkheden om deze sociale voorzieningen nog verder te verruimen.
“Oli-monie karta”
Voor wat betreft de eerder door hem aangekondigde “oli-monie karta” zei hij over een week een uitgewerkt plan van de deskundigen te zullen ontvangen. Na goedvinding door de regering zal het plan als pilot in het district Commewijne worden uitgevoerd.
Na evaluatie en bijsturing zal het “oli-monie karta” systeem uitgebreid worden naar de overige districten. Het “oli-monie karta” systeem is een soort bonnen/kaartensysteem. Elke autobezitter krijgt een zogenaamde brandstofkaart waarmee hij of zij tegen de vastgestelde pompprijs kan gaan tanken. De regering wil met dit systeem de smokkel van brandstof indammen. Bij de goudwinning wordt ook heel veel brandstof verbruikt, doch daar zal men de marktconforme prijs voor moeten betalen.
De regering geeft maandelijks een bedrag van SRD 170 miljoen uit om de prijs van brandstof aan de pomp nog betaalbaar te houden voor de bevolking. Indien de marktconforme prijs zou worden gehanteerd, zou de prijs aan de pomp voor een liter brandstof tegen de SRD 60 en SRD 70 liggen. De SRD 170 miljoen die de overheid maandelijks uitgeeft om de brandstofprijs betaalbaar te houden komt uit het zogeheten Noodfonds, dat gespekt wordt met de meer inkomsten van Staatsolie uit olieverkopen. Bij de olieverkopen hanteert Staatsolie de internationaal gangbare prijs van olie.
SS