Het was het eind van de maand, dus tijd om er even gezellig uit te gaan. Even ergens een hapje eten, een snack wellicht, wat drinken, in een gezellige sfeer. Ondergetekende en echtgenote waren er echt aan toe, na een drukke hectische maand. Vol goede moed begaven we ons richting het centrum van de stad, Paramaribo dus. Erg veel trek in Waka Pasi hadden we niet. Je weet deze dagen immers niet of je daar ‘s avonds nog wel terecht kunt, nu onlangs de politie bekendgemaakt heeft, dat de Palmentuin en omgeving voor onbepaalde tijd vanaf zes uur ‘s avonds worden gesloten.
Uiteindelijk belandden we, zo rond zes uur ‘s avonds, op het buitenterras van een horecagelegenheid niet ver van- en behorende tot een van de grootste hotels van Suriname. Het was er niet druk. De luide muziek die afgedraaid werd stond mij meteen al niet aan. Elkaar met goed fatsoen verstaan was er niet bij. Maar goed, misschien word ik wel wat te oud, we zaten op zich prima en genoten van het kijken naar de mensen die voorbij liepen en reden, of nee, paradeerden. De ene vrouw en dat ene meisje wilde er nog mooier en sexier uitzien dan die andere vrouw en meisje en de ene patser reed in een mooiere, grotere en duurdere auto voorbij dan de andere. Veel getoeter ook. Op een parkeerplaats niet ver van het terras stonden zeker twee Mercedes personenauto’s van een van de duurste type geparkeerd. Nergens was bijvoorbeeld een oude gammele krakkemikkige Datsun, Toyota of ander Aziatisch merk te zien. De luxe glom je in het donker tegemoet.
Op het terras zittend bekroop mij het gevoel, dat het toch niet zo slecht gaat in het land.
Maar, ook bekroop mij het gevoel, wat doe ik hier? Tja, de twee kleine kopjes koffie smaakten prima, de in totaal zestien bitterballen verdeeld over twee porties van 8 stuks waren en smaakten heerlijk en de jus d’orange was van vers geperste sinaasappelen. Meer, hebben we ook niet gedronken en gegeten. Neen!! Want de prijzen….. pfffff… schrikbarend hoog. Dat verknalde mijn gezellige avondje uit. Want, alles was geprijsd in Amerikaanse dollars. Hadden we beter moeten weten?
Voor een kopje koffie moest zo’n omgerekend SRD 45 worden betaald en voor een Surinaams flesje bronwater moest ook exorbitant veel worden betaald. Een Surinaams, lokaal dus, flesje bronwater, waar totaal geen importkosten en dergelijke in de prijs verrekend kunnen zijn… en toch wordt voor zo’n flesje water ook iets meer dan SRD 40 in rekening gebracht. Alles bij elkaar moesten we een rekening van bijna SRD 550 betalen (2 kopjes koffie, 1 flesje lokaal bronwater, 2 porties bitterballen en een glas jus d’orange – dat was het), dus omgerekend vanuit Amerikaanse dollars!!
Kortom, deze uitgaansgelegenheid lijkt nauwelijks lokale, eigen Surinaamse, bezoekers aan te trekken. De prijzen zijn dan ook voor de gewone burger onbetaalbaar! Nee, het zijn waarschijnlijk met name toeristen, die in het hotel om de hoek verblijven.
Wat ik mij afvraag is of producten wel in Amerikaanse dollars mogen worden verkocht? De menukaart was gevuld met alle producten in Amerikaanse dollars. Dus, de menukaart lezende ga je in je hoofd al globaal de prijzen even voor het gemak omtoveren naar Surinaamse dollars, zodat je aan het einde van je gezellige avond niet schrikt van de torenhoge rekening.
Ooit is vanuit de regering gesteld, dat alle producten en diensten in het land moeten worden aangeboden in de lokale munteenheid, dus in de Surinaamse dollar. Een enkele onderneming, zoals de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij, mag producten aanbieden in Amerikaanse dollars.
Terugkijkend op het gezellig avondje uit bekruipt mij ook het gevoel, dat er kennelijk bedrijven zijn die willens en wetens misbruik maken van de huidige financieel-economische situatie waarin het land verkeert en a la dol prijzen in Amerikaanse dollars verzint voor hun producten. Controle zal er nauwelijks zijn. Een lokaal gebotteld flesje bronwater verkopen in Amerikaanse dollars… hoe brutaal en vals moet je zijn als ondernemer om dat te doen?
Viktor Aardenburg