De inflatie lijkt uit de klauwen te lopen. De gemiddelde maandinflatie over de maand juni is ten opzichte van de maand mei met 9,1% gestegen. Dat komt erop neer, dat de consumentenprijzen van goederen in de winkels in mei 9,1% duurder zijn geworden vergeleken met de maand ervoor. Dit is in een keer een flinke sprong omhoog.
De maansinflatie over mei bedroeg nog 1,5%, in april 1,9%, maart 2,2% en in februari 1,7%. Dit blijkt uit de jongste cijfers van het Algemeen Bureau voor de Statistiek, ABS (zie onderaan). In vergelijking met juni vorig jaar zijn de consumentenprijzen in juni van dit jaar met 55,1% gestegen. Deze cijfers van het ABS geven aan de verdere koopkrachtdaling van consumenten.
Verdere koopkrachtdaling
Consumenten komen steeds moeilijker rond met hun inkomen. De groeiende onvrede onder de burgerij vindt hierin zijn bron. Een eventueel verdere aanpassing van brandstofprijzen en de verhoging van de stroomtarieven zullen ongetwijfeld inflatoire werking hebben, met als gevolg een verdere stijging van de prijspeil van goederen. Onder de huidige omstandigheden is het de vraag of de samenleving een verdere stijging van de prijspeil nog zal kunnen dragen.
Belangrijke oorzaak van de gestegen consumentenprijzen kunnen gezocht worden in prijsontwikkelingen op de wereldmarkt in de post Covid-pandemie periode en de oorlog in Oekraïne die sedert februari woedt. De reeds enorm gestegen prijzen van goederen en diensten in de wereld na de Covid-pandemie, stegen als gevolg van de oorlog in Oekraïne nog verder omhoog. De olieprijzen schoten boven de US$ 100 per vat en prijzen van voedsel en voedselproducten vlogen de pan uit. Voor een importland als Suriname komen deze ontwikkelingen in de wereld erg hard aan. De importinflatie neemt toe en dat terwijl er het economisch herstelprogramma van de regering juist bedoeld is de inflatie in bedwang te houden.
Opwaartse druk koers
De wisselkoers van de twee voornaamste vreemde valuta, de US dollar en de Euro staan sinds enige tijd onder druk. De Centrale Bank van Suriname noteerde vrijdag in de loop van de middag een koers van rond SRD 23,44 voor de US dollar en rond de SRD 23,30 voor de Euro. De commerciële banken echter noteerden voor girale overmakingen echter een koers van rond de SRD 23,90 voor de US dollar en SRD 24,29 voor de Euro. De behoefte aan valuta, met name van de US dollar, op de valutamarkt is erg groot.
Dat blijkt uit de recente ontwikkelingen rond de import van brandstof. De oliemaatschappijen Sol en Rubis konden geen US dollars betrekken, noch bij de commerciële banken, noch bij de andere spelers op de valutamarkt. Ondertussen lijkt het probleem voorlopig te zijn opgelost. De oliemaatschappijen hebben US dollars kunnen betrekken om de buitenlandse brandstofleveranciers te kunnen betalen. De eerstvolgende lading brandstof is reeds onderweg naar Suriname.
De pompstations worden ondertussen weer van brandstof voorzien uit voorraden van de oliemaatschappijen die er nog waren. De relatie tussen ontwikkelingen op de lokale valutamarkt in Suriname en de import van goederen, in dit geval van brandstof, is met de laatste ontwikkeling overduidelijk blootgelegd. Het is vooralsnog niet bekend waar de oliemaatschappijen de nodige US dollars hebben kunnen betrekken, en tegen welke koers.
Met de huidige koersontwikkeling lijkt het voor de hand te liggen, dat de pompprijs van brandstof verder omhoog aangepast zal moeten worden.
SS