De Dienst ’s Lands Bosbeheer (LBB) wil de traditie van natuurbescherming als een van haar kerntaken onverkort voortzetten. LBB herdacht donderdag 21 juli, dat het 75 jaar geleden (1947) bij resolutie werd opgericht om zich bezig te houden met het handhaven van de biodiversiteit in Suriname. LBB ressorteert onder het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB). De 75 achterliggende jaren betekenen een zeer lange traditie in bescherming van de Surinaamse biodiversiteit; een traditie waaraan LBB ononderbroken vervolg aan wil geven.
Immers dankzij de inspanningen van LBB beschikt Suriname over een wereldwijde gerenommeerde 93% bosbedekking.
Roy Ho Tsoi, chef Beheer afdeling Natuurbeheer LBB, spreekt dan ook van een verworvenheid. Dit maakt ook dat de dienst anno 2022 nog steeds een goede naam heeft.
De taken zijn deels gemandateerd naar de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) zoals de houtproductie en het toezicht hierop. De afdeling Natuurbeheer valt nog onder de paraplu van LBB en is belast met de uitvoering van drie hoofdbeleidsgebieden van het ministerie van GBB. Deze zijn het beheer van de beschermde gebieden, beheer van de in het wild levende dieren en toezicht op de naleving van wetten die te maken hebben met natuurbescherming.
LBB moet volgens Ho Tsoi gezien worden als een instantie die belast is met het duurzaam beheer van de bossen in Suriname. Naast de enorme verdiensten, kan ook gesteld worden dat er ook een zekere mate van terugval heeft plaatsgevonden. Dit maakt dat er een grotere prioriteit voor natuurbescherming én bosbeheer is ontstaan. In deze is de bijdrage van de overheid onmisbaar zodat de jarenlange traditie ook voortgezet kan worden.
Het diensthoofd geeft verder aan dat de dreigingen over het algemeen zijn toegenomen, vooral wanneer het gaat om natuurreservaten, beschermde gebieden oftewel Multiple Use Management Areas (MUMA’s) en het Brownsberg Natuurpark, dat onder Stinasu valt.
Vooral klimaatverandering is van effect op de beschermde gebieden alsook op de in het wild levende dieren. Daarnaast noemt Ho Tsoi de kleinschalige goudmijn- en bosbouwactiviteiten, die zich thans naar het zuiden buiten de oorspronkelijke bosgordel verplaatsen.
Bescherming van de in het wild levende dieren geschiedt op basis van de Jachtwet, die dateert van 1954 en regelmatige aanpassingen kent middels nieuwe jachtbesluiten. Het meest recente Jachtbesluit gaat terug tot 2002 met meer actuele zaken voor de bescherming van de in het wild levende dieren.
Ho Tsoi merkt op dat het bewustzijn ten aanzien van natuurbescherming de laatste jaren is toegenomen.
Echter zorgt een verslechterde economische situatie ervoor dat mensen meer in hun eigen omgeving zullen gaan zoeken naar extra inkomsten. Hierdoor zullen zij die zich bewust zijn van de natuurbescherming toch op beschermde diersoorten jagen. Het diensthoofd juicht kritische reacties op social media dan ook toe wanneer er weer eens op beschermde diersoorten is gejaagd. Hij toont zich ook tevreden met tips die LBB vanuit de samenleving binnenkrijgt. Dit mag gezien worden als een goede samenwerking tussen LBB en de gemeenschap.