“Een kardinale blunder” noemde advocaat Chandra Algoe het optreden van het Openbaar Ministerie waarbij een douane-expediteur is aangehouden samen met een loper van de exporteur. De exporteur zit veilig op Curaçao en wordt niet eens opgespoord.
Op 19 mei 2022 werd een lading ter verzending aangeboden aan een luchtvaartmaatschappij te Zanderij. In deze lading werden 25 dozen met in totaal 1.250 sloffen sigaretten aangetroffen.
Het Openbaar Ministerie verwijt de douane-expediteur smokkel van de partij sigaretten en valsheid in geschrifte. Reeds tijdens het onderzoek in de strafzaak bleek dat er geen bewijs was tegen de douane-expediteur. Officier van Justitie mr. Sitaram meende toen steun te moeten zoeken bij de bepalingen van een expediteur zoals die geregeld zijn in het Wetboek van Koophandel.
In deze zaak werd dinsdag een gepensioneerde douaneambtenaar verhoord die thans douane-expediteur is en ook lesgeeft op de opleiding van douane-expediteurs. Uit de verklaring van deze deskundige bleek, dat de de positie van de expediteur, zoals geregeld is in het Wetboek van Koophandel, pas in 2004 wettelijk is geregeld. Voordien werd er gewerkt met inklaarders. Die functie bestaat nu niet meer. De douane-expediteur ondersteunt bij de afhandeling van douanezaken bij de in- en uitvoer van goederen. Hiervoor is een vergunning en expertise nodig. In geen geval is de douane-expediteur verantwoordelijk voor de lading.
De getuige stelde ook dat de exporteur/importeur ten allen tijde verantwoordelijk is voor de lading. Alle in het strafdossier gehoorde douaneambtenaren hebben dat ook ronduit gesteld en aangegeven dat de douane-expediteur niet verantwoordelijk is voor de lading.
Officier van Justitie mr. Sitaram bleef bij requisitoir vasthouden, dat de douane-expediteur verantwoordelijk is voor de lading en meende hiervoor steun te vinden in het Wetboek van Koophandel. Zij eiste tegen de douane-expediteur een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een geldboete van SRD 25.000 voor smokkel in het derde kanton en een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 voorwaardelijk en een geldboete van SRD 50.000 in het tweede kanton voor valsheid in geschrifte.
“Een novum in uw zittingszaal heer kantonrechter. Het OM probeert strafbare feiten te bewijzen door civiele aansprakelijkheden aan te voeren. Ten eerste is het Wetboek van Koophandel van 1938 in casu niet van toepassing, omdat de functie en taken douane-expediteur gebaseerd is de wet van 2004. Daarnaast kunnen mogelijke civiele aansprakelijkheden nimmer dienen tot strafrechtelijk bewijs”. De douane-expediteur verpakt de goederen niet en kan nimmer verantwoordelijk zijn voor de lading.
Daarnaast heeft de douaneambtenaar die de lading heeft geaccepteerd op Zanderij reeds erkend, dat er procedurele fouten zijn gemaakt door haar. In ieder geval stelt ook zij, dat de douane-expediteur niet aanwezig hoeft te zijn bij het aanbieden van de lading, zoals de officier blijft vasthouden. “Laat de officier in repliek aangeven waar de handhaving van het Wetboek van Koophandel is opgedragen aan het Openbaar Ministerie. Wat gaan wij de volgende keer voorbrengen heer kantonrechter? Een onrechtmatige daad?”, vroeg Algoe zich af.
De douane-expediteur heeft het enig document kopie conform de hem aangeboden factuur opgemaakt. Hoe kan dat dan valsheid opleveren, vroeg de verdediging zich af.
Ook Wishal Rambharos, die eveneens de verdediging van de douane-expediteur voerde, kon zich niet verenigen met de zogenaamde bewijzen die het OM had aangedragen. Hij verwees ook naar, dat indien er een speciale regeling is voor de douane-expediteur, zoals de wet van 2004, zij nimmer onder de algemene regeling van het Wetboek van Koophandel kunnen vallen. Daarnaast kunnen mogelijke aansprakelijkheden uit dit wetboek niet als bewijs dienen in een strafzaak. Beide advocaten concludeerden tot integrale vrijspraak.
Mr. Maureen Nibte, die de loper van de exporteur bijstaat, gaf aan dat haar cliënt misbruikt is door de exporteur. Hij heeft niets verpakt of vervoerd. Hij moest de documenten afgeven bij de verzending in opdracht van de exporteur. De exporteur heeft in een voice app erkend buiten een ieder om sigaretten te hebben verborgen in de bezending, maar is nergens in beeld gebracht door het OM. Ook zij vroeg vrijspraak voor haar cliënt. Bij repliek gaf officier geen antwoord op de vele aangevoerde verweren van de verdediging.
De kantonrechter zal op 2 augustus uitspraak doen.