Het Assembleelid Melvin Bouva (NDP) vindt de verdachtmakingen van president Chandrikapersad Santokhi aan kennelijk zijn adres in de kwestie van miljoenenfraude op het ministerie van Financiën en Planning ongelofelijk en schandelijk.
De president heeft zondag in het ABC radioprogramma “Welingelichte Kringen” gezegd, dat mensen die beweren en “schreeuwen” dat bedragen van SRD 900 miljoen zijn verdwenen misschien door de politie uitgenodigd moeten worden om bij proces-verbaal gehoord te worden, omdat zij kennelijk kennis dragen van feiten. Hij suggereerde zelfs, dat die personen mogelijk onderdeel zijn van de groep die achter deze georganiseerde daad staat.
Hoewel Santokhi de naam van Melvin Bouva niet noemde, was overduidelijk dat hij doelde op het Assembleelid. Het was immers Melvin Bouva die vorige week tijdens de openbare vergadering van het parlement de kwestie van de miljoenenfraude op Financiën en Planning onthulde en vragen stelde aan de regering over wat er precies gaande is en om welk bedrag het precies gaat.
President onwaardig
Bouva zegt haast niet te willen geloven, dat de president zich op deze manier heeft uitgelaten. Als volksvertegenwoordiger zegt hij zich te schamen voor de totaal misplaatste opmerking van de president. “Het heeft iets van initimidatie, maar dat laat mij koud. Het enige aan wie ik verantwoording schuldig ben is het volk. Ik laat mij niet bang maken”, aldus Bouva.
De parlementariër zegt dat niet alleen kritische journalisten en burgers worden geintimideerd, maar dat nu ook volkvertegenwoordigers hetzelfde moeten ondergaan. Hij vindt het een democratisch gekozen president niet waardig dergelijke uitspraken richting een volksvertegenwoordiger te doen.
Bouva verwijst naar het moment tijdens de Assembleevergadering vorige week toen hij de kwestie van verdwenen miljoenen op het ministerie van Financiën en Planning onthulde. Informatie zou hem hebben bereikt dat het gaat om een bedrag van rond de SRD 900 miljoen. Hij stelde daarom de vraag aan de regering wat er precies waar is van de verdwenen gelden en om welk bedrag het ging. Het is een legitieme vraag en de president zou het juist moeten aangrijpen om de zaak grondig te doen onderzoeken.
Onder neus van de minister
Volgens Bouva gaat de president totaal voorbij aan het feit, dat er miljoenen zijn verdwenen onder de neus van de minister van Financiën en Planning. Waar het bij hem om te doen is, is dat er een eerlijk en objectief onderzoek komt. Daar is waar de president voor moet zorgen en geen verdachtmakingen doen aan het adres van volksvertegenwoordigers. Met deze miljoenenfraude maakt Suriname internationaal zich onsterfelijk belachelijk en zet zichzelf te schande, omdat kennelijk je zomaar de Centrale Bank van Suriname kan binnenlopen en enkele miljoenen uitbetaald krijgt.
De president vindt dat een ieder op het ministerie van Financiën die mogelijk betrokken is bij de miljoenenfraude direct op non-actief gesteld moet worden.
Bouva vindt dat bij voorbaat niet uitgesloten zou moeten worden de mogelijke rol daarbij van de minister of de directeuren. Vandaar dat hij vindt dat onder ander de minister van Financiën gaande het onderzoek pas op de plaats zou moeten maken.
SS