“Als politiek hoogste persoon op het ministerie blijf ik verantwoordelijk voor alle steken die men laat vallen op het ministerie. Maar ik weiger te accepteren dat ik als dader wordt bestempeld”, zo sprak Financiën-minister Arman Achaibersing dinsdagmiddag in het parlement.
De bewindsman zegt zich zo goed als mogelijk te zullen inzetten om de issue van vervalste betaalopdrachten op zijn ministerie op kortst mogelijke termijn op te lossen en dat er voorzorgsmaatregelen worden genomen.
Zonder het lopend strafrechtelijk onderzoek te dwarsbomen ging de minister in op wat er precies gaande is geweest in de kwestie van de miljoenenfraude op zijn ministerie. Op 25 april en 14 juni zijn ten laste van de bankrekening van Financiën bij de Centrale Bank an Suriname betalingen verricht op basis van vervalste betaalopdrachten voor een totaalbedrag van ruim SRD 41 miljoen. Bij de laatste betaalopdracht op 27 juni voor een bedrag van SRD 20,2 miljoen werd de zaak ontdekt door de Centrale Bank doordat er een afspraak was met Financiën dat voor die maand geen grote betalingen meer zouden plaatsvinden. Toen de vervalste betaalopdracht werd ontdekt is Financiën op de hoogte gesteld en is vervolgens gelijk aangifte bij de politie gedaan.
Minister Achaibersing benadrukte, dat de vervalste betaalopdrachten niet in het systeem van Financiën voorkomen, omdat die buiten het systeem vervalst zijn opgemaakt. Men heeft daarbij documenten digitaal met photoshop bewerkt. Bij een eerder geval dat op 25 januari heeft plaatsgevonden en waarvan de betaling van SRD 5,9 miljoen wel heeft plaatsgevonden, was sprake van een met de hand opgemaakte betaalopdracht. Bij dat geval is een bode van het ministerie in beeld gebracht die nu door de politie wordt opgespoord.
Intern onderzoek en maatregelen
Voor wat het intern onderzoek op het ministerie dat hij heeft laten uitvoeren, verwacht de minister vrijdag aanstaande de eerste rapportage. Het onderzoek richt zich op het procesmatige, waarbij nagegaan is hoe de kwestie van vervalste betaalopdrachten heeft kunnen plaatsvinden. Er zijn ondertussen maatregelen getroffen waarbij nu betaalopdrachten van extra veiligheidskenmerken worden voorzien, terwijl bij de Centrale Bank additionele veiligheidscontrole plaatsvindt. Verder wordt onderzocht of er nog meerdere gevallen van vervalste betaalopdrachten zijn.
Er is reeds het proces ingezet, dat erop gericht is dat deze gevallen zich nooit meer mogen voordoen. De hoogste prioriteit wordt gegeven aan het terughalen van de gestolen gelden. De beslaglegging door Justitie op bankrekeningen van personen dient bezien te worden tegen deze achtergrond.
SS