Rabin Parmessar, leider van de grootste oppositionele fractie van de NDP in het parlement, zegt van president Chandrikapersad Santokhi te willen vernemen of het besluit om dit jaar geen ambassade in Jeruzalem, Israël, te openen gebaseerd is op internationaal recht en de beginselen van de Verenigde Naties.
De president heeft onlangs in de Nationale Assemblee verklaard, dat Suriname in de diplomatieke relatie met Israël het voorlopig doet met een niet-residerende ambassadeur en dat er voor dit jaar op de begroting geen middelen zijn opgebracht om een ambassade te openen in Israël. Op de bewuste vergadering was afgesproken, dat het parlement afgelopen week in een vergadering de ruimte zou krijgen om onder andere in te gaan op deze verklaring van de regeringsleider. Deze vergadering is echter niet uitgeschreven door Assembleevoorzitter Marinus Bee. Parmessar zegt daarom nu publiekelijk op deze kwestie in te gaan.
Goede relatie met Israël
Hij zegt, dat de president evenals de samenleving, dient te weten dat zijn fractie voorstander is van goede betrekkingen en nauwe banden met Israël. Ook voor het vestigen van een ambassade, maar dan wel in Tel Aviv waar 86 landen hun ambassade hebben gevestigd en niet in Jeruzalem. De minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, BIBIS, is zonder het mandaat om toezeggingen te doen naar Israël geweest.
Hij verbindt eerst land en volk en pas bij terugkeer gaat hij toestemming vragen aan de president. Hij komt terug, houdt persconferenties en gaat volledig voorbij aan de mening van de vicepresident, toen waarnemend president en van de voorzitter van de Nationale Assemblee. De Minister praat over voorbereidingen om de ambassade te openen. “Ik vraag mij af of hij andere bedoelingen heeft”, aldus Parmessar.
Hij vraagt zich ook af of de BIBIS-minister wel gekeken heeft naar hoe de regio naar deze kwestie kijkt. Suriname is plotseling ultra rechts geworden, terwijl landen als Chili, Colombia, Argentinië, Mexico en Bolivia links zijn. Verder heeft geen enkel Caribisch land tegen de desbetreffende VN-resolutie gestemd. Eigenlijk wordt Suriname volgens Parmessar door de uitspraken van de BIBIS-minister nu binnen de Caricom, in Latijns Amerika en kennelijk in de hele wereld als onbetrouwbaar aangemerkt.
Wil doordrukken
De BIBIS-minister wil zijn wil doordrukken en schroomt er niet voor het land in een avontuur te storten. Hij doet voorkomen alsof de tegenstand voor het opzetten van een ambassade in Jeruzalem enkel en slechts gebaseerd is op religieuze gronden die worden aangedragen door een specifieke religieuze groep in het land. De minister dient te weten, dat de tegenstand voor het vestigen van een ambassade in Jeruzalem ingegeven is uit overwegingen gebaseerd op het internationaal recht en op basis van besluiten genomen door de Verenigde Naties.
De VN praat van een twee staten oplossing, waarvan de status van Jeruzalem via onderhandelingen door partijen uiteindelijk zal worden vastgesteld. Beide partijen hebben het recht om op geëigende wijze en in eigen tempo tot een vergelijk te komen.
De NDP-fractieleider zegt de minister te willen meegegeven, dat kleine landen als Suriname zich niet moeten gedragen als grote mogendheden die naar gelang het hun uitkomt het internationaal recht buigen en de beginselen van de VN met de voeten treden.
Kleine landen als Suriname moeten juist het internationaal recht helpen bevorderen en de VN helpen versterken. Onze belangen zijn daardoor beter gediend. Volgens de parlementariër valt het hem op dat de minister van BIBIS in het kielzog loopt van een hele grote mogendheid in de wereld. Hij vraagt zich af waarom er witte voeten worden gemaakt bij die grootmacht. “Is het, omdat zij een belangrijke rol vervuld bij de verkiezing van een regionale functie?”, vraagt Parmessar retorisch. Voorzichtigheid is volgens hem geboden dat het staatsbelang niet totaal ondergeschikt wordt gemaakt aan het privé belang.
SS