“Als voorzitter van De Nationale assemblee (DNA), moet ik erop toezien, dat ons geacht college aandacht vraagt voor de wijze waarop invulling wordt gegeven, aan het in kaart brengen van de gezamenlijke verantwoordelijkheid.”
Woorden van de parlementsvoorzitter Marinus Bee vrijdag 1 juli bij 149 jaar herdenking van de afschaffing van de slavernij bij het herdenkingsmonument van Kwaku. Verschillende hoogwaardigheidsbekleders woonden de plechtigheid bij, waaronder president Chandrikapersad Santokhi, vicepresident Ronnie Brunswijk en de Nederlandse ambassadeur Henk van der Zwan.
Voorzitter Bee heeft tijdens zijn toespraak aangegeven, dat er nog veel verdeeldheid is onder de Afro-Surinamers. Ook heeft de parlementsvoorzitter de ontwikkelingsachterstanden en mensenrechtenschendingen die zich in Suriname hebben voltrokken tijdens de slavernij benadrukt. Hij beëindigde zijn toespraak met de woorden: “Meki wi span anu makandra, fu wi alamala kan abi wan moro betre tamara!”
Herdenking
Het thema van de herdenking was Reflecteren op het verleden voor een voorspoedige toekomst”. Bij de herdenking op 1 juli staat de herinnering centraal aan een van de meest gruwelijke tragedies uit de geschiedenis van de mensheid; aan de heroïsche acties van de tot slaafgemaakten en aan de miskende helden die handelen in het aangezicht van groot gevaar en tegenspoed.
De herdenking is bedoeld om bredere historische verhalen te creëren in het nastreven van specifieke doelen binnen de Afro-Surinaamse gemeenschap, waaronder erkenning, verwerking, rechtsherstel en het realiseren van welzijn en welvaart.
Na het officiële gedeelte werd een bloemenhulde gebracht bij het monument. Het geheel was georganiseerd door het Nationaal Comite Herdenkings Slavernij en Onderzoek naar de Gevolgen van het Slavernijverleden, zo bericht De Nationale Assemblee.