Mensen hebben vaak niet door hoe hard ze praten, vooral als ze verwikkeld zijn in felle discussies. Een groep aan een tafeltje had het over hetgeen er de laatste tijd door politici en mensen in de samenleving wordt beweerd. De voorbeelden vlogen over en weer, totdat er een vrouw uitriep: ”Ach mensen, de waarheid valt meestal op steenachtige grond terwijl geruchten bloeien als onkruid. Bovendien is de bron van geruchten altijd jaloezie, mensen verspreiden geruchten als ze niet kunnen zijn als jij of als ze je niet kunnen verslaan. Rumors are carried by haters, spread by fools and accepted by idiots.”
De vrouw had gelijk, jaloezie is vaak de bron van roddelen en hoe verder het verhaal gaat, hoe meer het wordt aangedikt. Ook is de mens vaak geneigd om, hetgeen precies in zijn straatje ligt, direct voor waar aan te nemen en dingen waar hij niet achter kan staan te verwerpen als roddel. Nieuws wordt verteld, geruchten gehoord, waarheid geïmpliceerd, en feiten begraven. Beter is zelf achter de feiten aan te gaan. Bijvoorbeeld een van de vrouwen zei: “men klaagt over armoede en het gebrek aan werkaanbod, maar er is werk zat, het stikt er van de advertenties!’ Maar de mensen zijn lui, ze willen niet werken. Niet iedereen hoeft dokter of jurist te worden, als men maar bereid is te werken. Maar din lob ston, hun handje ophouden en lekker worden verzorgd. En breek me de bek niet open over die jonge zwarte jongens, ze hebben geen goede werkhouding. Als ze werk hebben, komen ze opdagen wanneer ze willen. Er is geen discipline en geen doorzettingsvermogen.”
Een ander deed er een schepje bovenop door te zeggen: ”En als ze wel werk hebben, bossen ze hun loon binnen een week of ze vragen om een voorschot voordat ze zelfs met werken zijn begonnen. Het komt niet in deze jongens op om wat geld aan een kant te zetten om een toekomst op te bouwen. Ze leven gewoon bij de dag.
Dat er zo op onze zwarte jeugd werd afgegeven, vond ik te generaliserend. Deze vrouw zal wel geen goede ervaringen hebben met de Creoolse jeugd, maar om ze allemaal op een hoop te gooien, is niet juist. Ik betwijfel namelijk of deze symptomen alleen kenmerkend zijn voor de zwarte jeugd. Er zullen best wel mensen zijn die aan den lijve hebben ondervonden dat de zwarte jeugd, geen discipline en doorzettingsvermogen heeft, dat ze hun loon snel bossen om dure kleding te kunnen dragen en geregeld om voorschotten vragen.
Maar generaliseren door te zeggen dat alle zwarte jongeren zo zijn, lijkt mij niet eerlijk. Er zullen heus wel enkele zwarte jongeren zijn die hard werken, gedisciplineerd zijn en sparen voor een toekomst. Ik denk dat er hier sprake is van een klein groepje die alle zwarte jongeren een slechte naam bezorgt. In de mand van elk ras, zullen er een paar rotte appels liggen die het gave fruit te schande maken.
Ik betwijfel zelfs of dit gedrag te wijten is aan ras. Ik denk eerder dat dit een menselijk virus is waar alle landen last van hebben. In alle landen zijn er mensen die liever van de sociale steun leven dan dat ze gaan werken. De plicht van elk leider is om erop toe te zien dat die specifieke groep luilakken beperkt blijft. De groep werkende belastingbetaler moet altijd groter zijn dan de groep die zich afhankelijk opstelt. De belastingbetaler brengt namelijk geld in het laatje om de groep die zich afhankelijk opstelt, te onderhouden. En dat is nu net het probleem in Suriname. Er zijn te veel mensen die niet werken, alsmaar kinderen op de wereld zetten en dan roepen dat ze arm zijn en hulp nodig hebben. Deze mensen dragen niet hun steentje bij aan de staatskas, integendeel halen en krijgen ze alsmaar. If you don’t like being a doormat, then get the hell of the floor!
Dit probleem uit zich echt niet alleen bij de jeugd. Integendeel ligt de wortel van dit kwaad bij de volwassenen. Die geven het slechte voorbeeld af door op jonge leeftijd kinderen te produceren, niet te werken, hun handje op te houden en bij de dag te leven. Ze denken niet aan een eigen toekomst en nog minder aan die van hun kinderen. Er is geen behoefte aan scholing en geen verantwoordelijkheidsgevoel.
Ik ben zelfs geneigd te beweren dat deze mentaliteit de laatste tien jaar is aangekweekt en gestimuleerd. Er heerst een mentaliteit van ik hoef niet te studeren, ik word wel geregeld. De trots is weg en men vindt het heel normaal om zich afhankelijk op te stellen. Daarom stemmen er zoveel mensen op politici die beloven te geven en te zorgen. Vele politici hebben dit door en spelen daarop in. Ze strooien met geld, betalen vervoer om de mensen te brengen naar partijbijeenkomsten en delen alsmaar pakketten uit. Politici die de onafhankelijkheid en de zelfstandigheid willen stimuleren zijn minder geliefd.
Een leider heeft de keuze tussen, een volk afhankelijk houden en ze maar laten profiteren en zo ontwikkeling tegenhouden. Of hij kan onafhankelijkheid en zelfstandigheid bij het volk stimuleren zodat mensen werken en hun steentje kunnen bijdragen aan de opbouw van het land. De ware kracht van elk mens zit niet in zijn overleving maar in zijn inzet om te werken aan een toekomst.
“If your actions inspire others to dream more, learn more, do more and become more, you are a leader.”
Josta Vaseur