Suriname heeft deze week tijdens besprekingen in de Franse hoofdstad Parijs overeenstemming bereikt over herschikking van een totale schuld van ruim US$ 100 miljoen die ze heeft uitstaan bij de zogeheten Club van Parijs. Het gaat hier om verschillende concessionele leningen die nu tegen een lagere rente en over een langere looptijd van 10 jaar terug zullen mogen worden terugbetaald, met een aflossingsvrije periode van 5 jaar.
Deze schuldherschikking scheelt op de staatsbegroting voor het komend jaar een bedrag van US$ 34 miljoen, dat niet meer aan rente en aflossingen betaald hoeft te worden. Dit geld kan nu anders besteed worden, onder meer voor de armoedebestrijding en andere ontwikkelingsprojecten.
President Chandrikapersad Santokhi die deze mededeling donderdagmiddag 23 juni deed in de Nationale Assemblee noemt de “deal” met de Club van Parijs een eerste belangrijk succes van het beleid van zijn regering om de totale buitenlandse schulden van Suriname geherschikt te krijgen. In de zogeheten Club van Parijs zitten Surinaamse schuldeisers zoals Nederland, Frankrijk, Zweden, Italië en Israël.
Minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning vertoeft in verband met de besprekingen met de Club van Parijs deze week in de Franse hoofdstad. Bij de besprekingen waren ook andere landen en multilaterale organisaties als waarnemers aanwezig, waaronder de VS, Duitsland, Zwitserland, Japan, het IMF, de IDB, OECD, UNCTAD en de EU.
Vertrouwen en goed beleid
Volgens president Santokhi is er onderhandeld met als inzet het vertrouwen in het beleid van de regering die een economisch herstelprogramma in uitvoering heeft dat goed is voor de economie van het land. De president zei, dat minister Achaibersing en zijn technisch team met succes de Surinaamse case heeft kunnen maken bij de schuldeisers. Behalve dat met de schuldherschikking een stukje financiële druk van Suriname is weggenomen, dient de ondersteuning van de Club van Parijs ook als een belangrijk signaal naar de andere grote schuldeisers toe, zoals China, India en de zogenaamde Oppenheimer bondholders.
China en India zijn de twee grootste bilaterale schuldeisers van Suriname. Beide landen zijn eerder in aanloop naar de IMF-overeenkomst van december vorig jaar na lang gesteggel met het IMF uiteindelijk akkoord gegaan met schuldherschikking onderhandelingen met Suriname. President Santokhi hoopt dat de onderhandelingen die gaande zijn hopelijk spoedig ook tot een soortgelijk resultaat kan leiden, zoals met de Club van Parijs.
Oppenheimer bondholders
Over de schuldonderhandelingen met de Oppenheimer bondholders zei president Santokhi dat deze goed verlopen en hoopt dat deze spoedig zullen kunnen worden afgerond. De schuld bij de Oppenheimer bondholders beloopt ondertussen inclusief achterstallige rente en aflossingen een bedrag van rond de US$ 700 miljoen. Bij de onderhandelingen heeft Suriname een 30% korting gevraagd op het uitstaande schuld, en verlaging van de rente en een langere looptijd.
President Santokhi benadrukte, dat het herschikken van de buitenlandse schulden een van de belangrijkste pijlers is van de regering om de economie te herstellen en weer duurzaam op spoor te krijgen.
Volgens de recentste cijfers van het Bureau voor de Staatsschuld bedraagt de schuld van Suriname thans rond de US$ 3,2 miljard. Dit is 120% van het BBP. Bij het aantreden van de huidige regering bedroeg deze schuldratio 160%. De internationale norm is 60%. Dat is het uiteindelijk doel van het IMF herstelplan dat thans in uitvoering is. Zonder herschikking van de staatsschulden zal Suriname niet genoeg geld op de begroting overhouden om de reguliere staatshuishouding draaiende te houden. Het overgrote deel van de inkomsten van het land zouden gaan naar rentebetalingen en aflossingen.
SS