Keti Koti 1863-2022
Deel 12
De onterfde Surinamers
De vlotheid waarmee de vraag: “Kan u de bevolkingsgroepen van Suriname noemen?” beantwoord door 10 personen, geeft aan, dat het een makkelijke opgaaf was.
Volgorde
De begeleider van Dagblad Suriname herhaalde de opsommingen luidop: “Creool, Hindoestaan, Javaan, marron, inheemsen, Chinezen, Libanezen, blanken… De groepen worden in verschillende volgorde genoemd. Maar ,allen begonnen met: Creool, Hindoestaan, enzovoorts. Deze rangorde geeft volgens mij aan, dat de creool door alle bevolkingsgroepen het meest wordt geassocieerd met het Surinamerschap.”
Het rijtje af
“Opmerkelijk is, dat iedereen de Hindoestaan als tweede noemt in het rijtje van de bevolkingsgroepen. Daarna is de volgorde nogal verschillend. Maar, de Javaan prijkt bij de meesten op de derde plaats. De Boeroes werden door iedereen over het hoofd gezien.”
De meeste rechten
“De creool pretendeert de meeste rechten in huis te hebben en stoot daarmee de inheemse bevolking, als de oorspronkelijke bewoner van de troon. Ook in Nederland en andere landen is het zo, dat als er over de Surinaamse bevolking wordt gesproken, de creool het eerst in gedachten schiet.”
Aangeleerd
“De plaats die de creool inneemt in het rijtje, zou te maken kunnen hebben met de volgorde, waarin de bevolkingsgroepen in Suriname aankwamen. Het zou ook zo kunnen zijn, dat er een les, die er op school is ingepompt, wordt opgedreund in een bepaalde, aangeleerde volgorde.”
Voer voor de geest
“Het is frappant, dat slechts 3 personen blanken noemden als een bevolkingsgroep van Suriname. Let op het woord blanke. Er wordt niet verwezen naar volksaard, maar naar een ras. Dit lijkt mij voer voor de geest en sociologen.”
De Cabalen
“De kolonialen die hier kwamen om onder barre omstandigheden een bestaan op te bouwen, toonden een vorm van nationalisme in hun verzet tegen autoritaire gouverneurs, die de belangen van de Europese eigenaren van de kolonie behartigden. De geschiedschrijver noemt de Cabalen, een groep planters aangevoerd door Susanne du Plessis die ten tijde van Gouverneur Johan Mauritius opgang maakte.”
Onderlinge verdeeldheid
“Het nationalisme van de planters (Europeaan/blanke) is nooit goed op gang gekomen, omdat ze altijd gering in aantal gebleven zijn. Ook was er sprake van onderlinge verdeeldheid. Na de afschaffing van de slavernij was het zo goed als gedaan met de plantage economie. Na de Tweede Wereldoorlog was het helemaal met ze gedaan.”
Straf
Deze groep Surinamers maken net als alle andere Surinamers recht op het Surinamerschap. Maar vanwege de gruwelijkheden die zij hebben gepleegd tijdens de slavernij van Suriname wordt hun inbreng in groei van de volksplanting verduisterd. Zij worden daarmee gestraft, als het ware onterfd.
HD