Door de NDP-fractie in het parlement is afgelopen week een vertrouwelijke Memorandum of Understanding (MoU) uit januari 2021 gepresenteerd, waarbij de indruk onterecht is gewekt dat de regering een lening van 2 miljard USD is aangegaan, c.q. geld zou zijn overgemaakt naar bankrekeningen. Dit is geheel bezijden de waarheid. De intentie tot deze beoogde lening is nooit geëffectueerd, derhalve hebben nooit financiële transacties plaatsgevonden.
Het ging in die periode om een mogelijke lening optie van 2 miljard USD tegen een rente van 0.5%. Echter is deze nimmer aangegaan, meldt het Kabinet van de President maandagavond 13 juni.
Het is bekend dat door de vorige regering tal van onvoordelige leningen tegen hoge rentes zijn aangegaan. Met name de Oppenheimer leningen ten bedrage van USD 675 miljoen met een rente van bijkans 13%. Hierdoor was Suriname in een situatie van default terechtgekomen, dat wilt zeggen een situatie waarbij aan schuldeisers te kennen is gegeven dat men niet kan aflossen. De hoge schuldenlast is de oorsprong en principiële reden, waarom ons land thans in een financiële en economische crisis verkeert.
Door de schuldeisers was de bereidheid uitgesproken om te praten met de huidige regering, echter wel op voorwaarde dat er een IMF-programma zou worden opgestart. Op dat moment was er nog geen goed zicht op de uitkomst van de IMF-optie. Het was daarom van belang een back-up oplossing te hebben mocht het IMF-programma toch geen voortgang vinden.
In dat kader is toen door de president de opdracht gegeven aan een clusterteam van ministers om na te gaan of er mogelijkheden waren de schulden te herschikken, met het doel het renteniveau van bijna 13% terug te brengen naar beheersbare proporties. Er zijn daartoe met verschillende nationale en internationale partijen op vertrouwelijke basis gesprekken en onderhandelingen gevoerd. In dit geheel van gesprekken en aanpak is met alle betrokken instanties, waaronder de Centrale Bank van Suriname, zo transparant mogelijk nagegaan of deze aanbieding uitvoerbaar was. Hiertoe zou de due diligence (achtergrond onderzoek) uitgebreid worden.
De lening zou gebruikt worden enerzijds om een deel van de bestaande leningen af te betalen en anderzijds fondsen aan te trekken voor beheersing van de overgenomen financiële schuld, armoedebestrijding en stimulering van investeringen in de productiesector.
Indien het tot een definitieve overeenkomst zou komen, zou de lening worden aangegaan via een Special Purpose Vehicle (SPV), te weten de toen nog op te richten New Surfin. Uiteindelijk heeft deze optie geen voortgang gehad, mede door de wijze waarop de SPV na oprichting in de publiciteit is gebracht. Er wordt benadrukt, dat de SPV geen rekeningen heeft geopend, ook niet in New York.
“In een kwaad daglicht”
Door de regering, in het bijzonder de ministers van Financiën en Planning en van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale zaken, zijn sinds het aantreden in juli 2020 grote inspanningen verricht om de extreem hoge schuldenlast op te lossen.
Het is ironisch, dat deze inspanningen keer op keer in een kwaad daglicht worden geplaatst, juist door degenen die verantwoordelijk zijn voor het probleem. Dit weerhoudt de regering er echter niet van het ingeslagen pad van economisch herstel en groei onverschrokken voort te zetten.