Er is een vreemde situatie aan de hand in Suriname, zonder dat de leiding van het land ingrijpt. Er zouden zoveel investeerders in de rij staan om in Suriname te investeren. We zullen dit stuk blijven herhalen, omdat het fundamenteel is voor een duurzaam herstel van Suriname.
De oplossing van het economisch probleem waarmee Suriname sinds 2000 zit, is dat van ondernemerschap en investeren. Het is niet voor niets dat men zegt dat ondernemerschap de ruggengraat vormt van de sterke economie. Het gaat dan om grote bedrijven die massaproductie en massa werkgelegenheid genereren. Ze zorgen voor exporten en deviezen verdiensten. Ze dragen bij aan het bbp en aan de staatsinkomsten. Werknemers en hun gezinnen hebben goede inkomsten voor langere tijd. Dat zorgt voor bestrijding van armoede en kinderen die hun school afmaken en dus een beroepsbevolking van hogere kwaliteit. Door de werkgelegenheid ontstaat er perspectief voor jongeren en hebben ze reden om in het land te blijven.
En dan nu de hamvraag: als er een lange rij van investeerders is, waarom komen ze dan niet om te investeren? De president heeft het over 200 projecten, maar wat zijn dat voor projecten? Zijn het bouwprojecten, zijn het activiteiten van ministeries, zijn het investeerders die hier komen investeren? De regering zegt ook, dat men een boek gaat maken om aan de samenleving te wijzen wat men allemaal zal hebben gedaan. Dat doet ons denken aan de werkwijze van de vorige regering. Die regering heeft onder de vp een dik boek uitgegeven met alles wat de regering heeft gedaan. Maar, het draait niet om veel dingen doen. Het draait om de goede dingen doen, waaronder de ease of doing business verbeteren. Dat heeft de vorige regering in 10 jaren niet gedaan, dat doet deze regering ook niet.
Wanneer zijn er investeerders die interesse hebben, maar zie je geen investeringen plaatsvinden? Dan kijken we in het algemeen naar mogelijke redenen die kunnen leiden tot het achterwege blijven van nieuwe bedrijven. Ten eerste kan het zijn dat er heel hoge drempels zijn om aan vergunningen, goedkeuringen, ontheffingen, energie, werknemers en land te komen. Het is mogelijk dat deze drempels er wel zijn in Suriname. Dan zijn er obstakels die liggen in de wetgeving en procedures die niet investeringsvriendelijk zijn. Ten tweede kan het liggen aan de politieke besluitvorming. Dat betekent dat er ministers zijn die van hun positie misbruik maken en investeringen aanhouden, op de lange baan schuiven of afwijzen. Dat kan ook mogelijk zijn in Suriname, maar we weten het niet zeker.
We weten wel dat er ministers zijn in het kabinet die meer bevoegdheden hebben dan waarvoor men formeel de verantwoordelijkheid heeft. Dat komt onder andere, omdat we een veroordeelde vp hebben die op het internationale forum beperkt is in zijn bewegingen. Het is dus best wel mogelijk, dat een minister een aantal dossiers van investeerders op zijn bord heeft, maar er geen tijd voor heeft of er geen raad mee weet. Het kan ook zijn, dat ministers van hun bevoegdheid misbruik maken en investeerders direct of indirect ontmoedigen. Dat kan als er een interne lobby is om concurrenten of mogelijke en potentiële concurrenten buiten de deur te houden. Die interne lobby schijnt in Suriname wel aanwezig te zijn.
Op 2 momenten hebben de macht van die interne anti-investeringen en anti-Suriname lobby gezien. Ten eerste was dat te zien tijdens het laatste deel van de vorige regering toen de investeringen via een Israëlisch bedrijf in de bijna niet-bestaande zuivelindustrie werden geblokkeerd door privé-personen en -organisaties. Ten tweede zagen we toen dat een bedrijf hier kerstbroden etcetera exporteerde naar Nederland. We zien dat deze lobby zelf niet veel doet en de regering ook niet echt om faciliteiten vraagt. Er zijn geen streefcijfers en doelen. Maar men heeft wel moeite wanneer anderen mogelijkheid krijgen om zaken te doen. Dan vindt men dat binnenlandse bedrijven geen faciliteiten krijgen en dat de regering hun het leven zuur maakt door concurrenten in het land te brengen. Dat is min of meer ook het verhaal geweest van bijvoorbeeld de SLM en we zien nu in wat voor problemen het bedrijf zit en wat het ongerief is dat ze aan passagiers bezorgen.
Indien van dit alles sprake is, dus dat personen met privé-belangen ministers inzetten om investeringen te blokkeren, is dat een heel kwalijke zaak. Bij alle grote projecten met geleend geld wordt gevraagd naar de groeisectoren met potentie in Suriname. De agrarische sector in het algemeen wordt dan altijd op de lijst gezet, maar de LVV-minister gelooft daar niet in.
Door de regering is enige tijd terug een reshuffeling aangekondigd. De regering heeft toen aangegeven dat gekeken zou worden naar de performance van de ministers. Maar performance volgens welke indicatoren? Wij vinden dat doordat de Surinaamse economie niet aan de basis is versterkt en investeringen zijn uitgebleven, er reshuffelingen moeten plaatsvinden. De ministers die daarvoor verantwoordelijk zijn moeten het veld ruimen.