De Stichting 8 december 1982 constateert bij monde van haar voorzitter Sunil Oemrawsingh, dat er een uitzichtloze situatie dreigt te ontstaan in verband met de aanvang van het hoger beroep in de zaak van Desi Bouterse, die in eerste aanleg tot 20 jaar gevangenisstraf is veroordeeld. Dat de behandeling in het hoger beroep nog steeds op zich laat wachten is ten hemelschreiend.
Oemrawsingh stelt vast dat de nabestaanden na 40 jaar nog steeds met onzekerheid, dus onrechtvaardigheid, worden geconfronteerd, hetgeen onacceptabel is. Deze situatie kan en mag niet langer voortduren.
Oemrawsingh stelt, dat door de Hofpresident werd geïndiceerd dat in het eerste kwartaal van 2022 een aanvang zou worden gemaakt met de behandeling in hoger beroep. De laatste zitting van de Krijgsraad dateert van 30 augustus 2021 toen de veroordeelde Bouterse in verzet was gegaan tegen het vonnis van 20 jaar gevangenisstraf in 2019. In verzet werd dit vonnis gehandhaafd. Dit is nu haast een jaar geleden.
De Stichting 8 december 1982 vindt dat de nabestaanden als rechtzoekenden, maar ook de Surinaamse samenleving, tenminste geïnformeerd zouden moeten worden over het behandelingstraject, zodat zij weten wanneer er zicht is op een definitieve uitspraak.
De stichting heeft alle vertrouwen in een onpartijdige en gedegen behandeling, maar is ernstig verontrust over het gebrek aan vooruitzicht. Behalve voor de nabestaanden is een voortvarende aanpak ook belangrijk voor de democratische rechtsstaat.
“Ons vertrouwen in de rechtspraak is en blijft hoog, maar we wijzen ook op het rechtsbeginsel: justice delayed is justice denied. De stichting blijft van oordeel dat onder alle omstandigheden onafhankelijke, integere en kwalitatief hoogstaande rechtspraak van cruciaal belang is voor een goed functionerende rechtsstaat”, aldus Oemrawsingh.