Assembleelid Barkat Mohab-Ali (VHP) heeft gisteren, dinsdag 31 mei, in het parlement het voortouw genomen in het verzet tegen de mogelijke vestiging van een ambassade van Suriname in Jeruzalem, Israël.
Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, die momenteel in Israël is, deed die aankondiging zowel tegenover zijn Israëlische collega alsook aan Israëlische media. Ramdin kreeg daarvoor veel lof in Israël. Maar, in Suriname brak grote verontwaardiging en commotie los. Zowel in het parlement alsook bij de Surinaamse Islamitische Vereniging is er veel oppositie tegen de aankondiging van Ramdin.
Mohab-Ali neemt principiële houding aan
Parlementariër Mohab-Ali vroeg aan het begin van de Assemblee-vergadering om het woord. Hij vroeg klaarheid in de zaak. Hij gaf aan zich niet meer thuis te voelen in de VHP-fractie indien de ambassade in Jeruzalem komt. Hij heeft daarom in De Nationale Assemblee gevraagd zo spoedig mogelijk antwoord te willen van de regering. Hij kreeg bijval van onder andere Gregory Rusland, Dew Sharman en parlementsvoorzitter Marinus Bee. Die stelde concreet dat er geen ambassade moet komen in Jeruzalem.
Controverse
Het begon allemaal eergisteren. Suriname is van plan een ambassade te openen in de stad Jeruzalem. Dit zei de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken maandag. Yair Lapid zei op Twitter: “Tijdens onze ontmoeting in Jeruzalem, heeft de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin, me laten weten dat zijn land van plan is binnenkort een ambassade in Jeruzalem te openen.”
Suriname heeft nauwe historische banden met Israël. Daarnaast heeft Suriname de Palestijnse Staat ook erkend. De gebieden van Palestina inclusief Jeruzalem worden illegaal door Israël bezet gehouden.
Gevoelig voor vele Surinamers
Suriname heeft een historische band met de staat Israël en vanaf de 16e eeuw hebben Joden zich gevestigd in ons land. Maar, daarnaast heeft Suriname een grote Islamitische gemeenschap voor wie de rechten van Palestijnen voorkeur genieten. In tegenstelling tot het voornemen van Suriname, staat de Nederlandse ambassade sinds 1980 in de buitenwijken van Tel Aviv. Suriname erkent Palestina zoals bijna de hele wereld. In navolging van andere landen in Zuid-Amerika heeft ook Suriname Palestina als onafhankelijke staat erkend. Eerder was het oud-president Desi Bouterse die aan de Palestijnse president Mahmoud Abbas en aan de Verenigde Naties liet weten dat Suriname over zou gaan tot erkenning van Palestina. Bouterse ging daarbij uit van de grenzen van 1967. Ook Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Ecuador, Peru en Uruguay erkennen Palestina als onafhankelijke staat. Onlangs deed buurland Guyana hetzelfde.
Conflict
Jeruzalem blijft het hart van het decennialange conflict in het Midden-Oosten, waarbij de Palestijnen erop staan dat Oost-Jeruzalem, sinds 1967 illegaal door Israël bezet, als hoofdstad van een Palestijnse staat moet dienen. Israël heeft geprobeerd landen te overtuigen hun ambassades van Tel Aviv naar Jeruzalem te verplaatsen. Alleen de Verenigde Staten, Kosovo, Guatemala en Honduras hebben gehoor gegeven aan de Israëlische oproepen om ambassades in Jeruzalem te openen, in strijd met het internationaal recht, waaronder de resoluties van de Verenigde Naties over de status van Jeruzalem. De meeste landen die diplomatieke betrekkingen met Israël hebben, weigeren echter nog steeds hun ambassades van Tel Aviv naar Jeruzalem te verplaatsen. 138 van de 193 landen die aangesloten zijn bij de VN erkennen Palestina.