Minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) en haar staf zijn consultaties begonnen met verschillende schoolleiders om met ze van gedachten te wisselen over de afsluiting van dit schooljaar, de voorbereidingen voor het nieuwe studiejaar, het houden van een onderwijsbeurs over de onderwijsvernieuwingen, het starten van een Summer school en/of een naschools programma om leerachterstanden bij te werken in de maand september, de permanente begeleiding voor leerlingen en het inzetten van schoolmaatschappelijk werkers.
De eerste groep schoolleiders was maandag 30 mei aan de beurt.
Tijdens de ontmoeting heeft de minister de schoolleiders nader geïnformeerd over de doorstroming binnen het onderwijs. Het is belangrijk dat leerlingen niet achtergehouden worden. Minister Levens gaf aan, dat het systeem van doorstromen al lang in de planning was en erkent dat met de komst van Covid-19 de voorbereiding niet optimaal is geweest. Het ministerie heeft graag dat leerlingen tot en met het tiende leerjaar op school gehouden worden.
Het voortgangsrapport is ook aan de orde gekomen. De bewindsvrouwe legde uit, dat dit rapport een weerspiegeling is van wat een leerling wel kan. Op schoolleiders doet zij een beroep om de bedoeling van het voortgangsrapport te verduidelijken voor de ouders. “Het gaat niet om die tien, maar meer om het analyseren en de creativiteit van leerlingen. Het cijfer geeft een indicatie, maar het voortgangsrapport vertelt hoe zo’n kind verder kan”, verduidelijkte de minister.
Door de schoolleiders is voorgesteld om een boekje te ontwikkelen als leidraad voor het invullen van het voortgangsrapport. De leerkrachten zijn voorstander van uniformiteit.
Een andere kwestie die belangrijk is voor minister Levens, is het inzetten van extra getrainde leerkrachten voor bijvoorbeeld het vak rekenen. Tijdens de bespreking werd ook gesproken over meertaligheid, omdat er leerlingen zijn die met moeite mee kunnen in de klas. Ook het vraagstuk van 15-jarigen in het zesde leerjaar (vierde klas basisschool) is door schoolleiders aangekaart. Minister Levens hield voor, dat op de basisschoolleerlingen tussen vier en twaalf jaar gehouden moeten worden. Kinderen die ouder zijn moeten doorverwezen worden om een vak te kunnen leren.
De schoolleiders hebben het probleem van overvolle leslokalen, het tekort aan leerkrachten, het onder waterlopen van schoolterreinen en het tekort aan schoonmaakpersoneel voorgelegd aan de minister. Hoewel er een personeelsstop is, zal de minister nagaan welke mogelijkheden er zijn, “want klassen met veertig kinderen zijn niet van deze tijd.”
Minister Levens heeft de schoolleiders verder voorgehouden, dat deze bijeenkomst zeker niet de laatste was. Zij wil onderwijsgevenden betrekken in de besluitvorming, omdat zij het best weten hoe bepaalde zaken aangepakt kunnen worden.