Maar, het zebrapad is bij wet vastgesteld ‘domeingebied’ voor de voetganger
Het zebrapad in Suriname is geen garantie voor voetgangers om veilig en zonder kleerscheuren een weg over te kunnen steken. Asociale weggebruikers negeren simpelweg het zebrapad. Vaak zijn zij selectief blind, kijken stuurs recht vooruit en zien niet die voetganger staan die het zebrapad op wil lopen om de weg over te steken. Let wel, een zebrapad is het bij wet vastgestelde ‘domeingebied’ van de voetganger.
Maar, die voetganger kent het gedrag van het merendeel van de weggebruikers. Die voetganger weet dat 9 van de 10 weggebruikers niet voor hem zal stoppen. Die voetganger is bekend met de asociale wijze waarop vele automobilisten -en niet te vergeten buschauffeurs- zich in het verkeer gedragen. Die voetganger zal niet zo ‘brutaal’ zijn om ook maar een voet op een zebrapad te plaatsen wanneer een auto van links of van rechts nadert. Maar, die voetganger staat wettelijk absoluut in z’n recht om die ene voet op het vermeende veilige zebrapad te zetten. Die voetganger weet over het algemeen heel goed, dat zodra hij ook maar een voet op een zebrapad zet of zelfs maar aanstalten maakt om dat te doen, een naderend voertuig moet stoppen.
Als voetganger moet je echter wèl brutaal zijn en in zekere zin durf en lef hebben om een zebrapad op te lopen, want het zou anders lang kunnen duren voordat een automobilist met fatsoen voor je wil stoppen.
Hieronder het willekeurig relaas van een voetganger in Paramaribo.
Je komt aangelopen bij een drukke weg, zoals de Kwattaweg of Indira Gandhiweg in Paramaribo, en wilt naar de overzijde. Gelukkig, er is een zebrapad met zowaar verkeerslichten erbij. Maar ja, dan moeten die verkeerslichten wel werken. Je kijkt naar rechts en ziet veel verkeer naderen. Er wordt hard gereden. Ook van de andere zijde nadert druk verkeer. Toch moet je naar de overkant. De stoute schoenen maar even snel aantrekken om voorzichtig één voet op het zebrapad te plaatsen. De ene na de andere automobilist raast echter gewoon voorbij. Inmiddels staat je tweede voet ook op het duidelijk zichtbare zebrapad en nog steeds raast het verkeer je bijna uit je schoenen. Diverse automobilisten kijken je zelfs verwijtend en doordringend aan, alsof jìj ze hindert. Je loopt inmiddels op het veilig gewaande zebrapad, maar een automobiliste heeft toch de asociale brutaliteit om gewoon door te rijden. Ze ziet je niet eens. Omdat jìj wel bij je volle verstand bent, houd je je in om een fatale klap tegen die auto te voorkomen; je wilt immers met twee bruikbare benen aan de overzijde van de weg komen en niet met twee benen met rammelende botten erin. Van de andere zijde nadert een fatsoenlijke automobilist met gepaste snelheid en stopt netjes voor je, zoals het hoort, zoals het moet. Helaas, een uitzondering.
Rijbesluit 1972 legt spelregels vast
Moet, omdat het bij wet is geregeld hoe je als voetganger een voetgangersoversteekplaats, zoals een zebrapad, moet ‘nemen’ en hoe je je als weggebruiker moet gedragen wanneer die een zebrapad nadert. Het zogenoemde Rijbesluit 1972 (in 2005 gewijzigd bij Staatsbesluit) omschrijft een zebrapad als volgt:
“Een voetgangersoversteekplaats bestaat uit een dwars over de rijbaan aangebrachte strook van tenminste 4 m breed, samengesteld uit witte en donkere strepen. Op voetgangersoversteekplaatsen wordt aan voetgangers door bestuurders een zekere bescherming geboden (art. 52 b lid 1), (…) Uit de verplichting voor bestuurders om voetgangers op een voetgangersoversteekplaats voor te laten gaan, vloeit voort dat zij de naar omstandigheden geboden voorzichtigheid in acht moeten nemen. Zij dienen de voetgangersoversteekplaatsen voorzichtig te naderen. (…) Hetzelfde geldt als zij kennelijk op het punt staan te gaan oversteken, bijv. als zij op het trottoir bij een voetgangersoversteekplaats staan te wachten.”
Wanneer een automobilist niet stopt bij een zebrapad om iemand veilig de weg over te laten steken, riskeert hij een boete.
Zelden agent bij een zebrapad
De praktijk leert, dat je zelden tot nooit een agent bij een zebrapad ziet staan en mocht dat wel het geval zijn, dan is de vraag hoe die agent denkt op te kunnen treden tegen een asociale voorbij razende weggebruiker die geen oog had voor die ene aarzelende voetganger die het zebrapad nauwelijks op durfde te lopen.
Veel Surinamers hebben amper verkeersfatsoen en -inzicht
Het Surinaamse verkeer is een waar risicogebied en dit is een understatement. Het ontbreekt velen helaas aan fatsoen en ook aan verkeersinzicht.
Brutalen en asocialen hebben de halve wereld op de lokale wegen. Een zebrapad is voor hen niets meer en niets minder dan wat witte verfstrepen op de weg en die voetgangers moeten maar even wachten tot die brutale en asociale weggebruikers voorbij zijn geraasd.
PK