De minister van Binnenlandse Zaken (BiZa) heeft belangrijke mededelingen gedaan met betrekking tot het programma Public Sector Reform, PSR. Het PSR-programma is eerder tijdens Venetiaan II uitgevoerd in de periode 2000-2005, maar het leidde niet tot acties. Het programma leidde niet tot uitvoerbare maatregelen. Toen werd aangegeven, dat er teveel ambtenaren waren, maar dat het programma niet draaide om het naar huis sturen van een aantal ambtenaren alleen. Nu vinden wij dat de regering assertiever is en nu wel aangeeft dat er ambtenaren uit dienst moeten treden.
We zijn meer dan 10 jaar verder en inmiddels is het ambtenarenapparaat helemaal uitgedijd. De uitspraken van de BiZa-minister zijn verstrekkend. Zo zou hij tijdens een persconferentie hebben aangegeven, dat er 54.000 ambtenaren zijn en dat 30.000 daarvan overtollig zijn. Dat kan, maar de minister heeft niet aangegeven hoe hij tot dat cijfer is gekomen.
Het gaat dus om ruim 55% van het ambtenarenapparaat dat overbodig is. Dat betekent, dat uit een exercitie moet zijn gebleken, dat het Surinaamse overheidsapparaat met 24.000 ambtenaren kan worden gedraaid. Trek daarvan de circa 11.000 onderwijzers af, dan komen we op een aantal van 13.000 ambtenaren. Dat is een zeer ambitieus plan en we hopen dat de private sector wat vrijkomt, kan absorberen. Er zou een meting reeds zijn gedaan en 10.000 ambtenaren zouden al vrijwillig uit overheidsdienst willen treden. Dat zou al een behoorlijke stap in de juiste richting kunnen zijn.
Wordt gekeken naar de goedgekeurde begrotingen in de afgelopen jaren, dan blijkt daaruit dat de meeste ministeries te maken hebben met een meerderheid aan lager kader. Dat zijn mensen met een MULO en minder. Inmiddels is het duidelijk dat het Surinaamse overheidsapparaat zwaar te kampen heeft met een capaciteitsprobleem. In de eerste plaats is er een tekort aan hoger kader; dat zijn personen die een afgeronde HBO of meer hebben als opleiding.
Maar, het probleem waarmee de regering te kampen heeft, is dat het zogenaamde hoger kader ook meestal niet geschikt is om bij te dragen aan het formuleren van beleid afgestemd op bijvoorbeeld de VN duurzame ontwikkelingsdoelstellingen 2030. Men is bij het hoger kader nog minder in staat om het geformuleerde beleid te helpen uitvoeren. Heel simpele memo’s en nota’s zijn het hoger kader niet in staat om te schrijven, laat staan papers om problemen te analyseren en oplossingen te formuleren. Er is daarom op veel ministeries een verslaving opgetreden aan consultants die betaald worden veelal uit leningen die worden gesloten. We merken uit interviews die deze consultants afstaan, dat het steeds minder de bedoeling is dat buitenlandse mensen hier komen om oplossingen voor ons te formuleren die wij dan in de ijskast stoppen, omdat wij de aanbevelingen niet herkennen en niet kunnen of willen uitvoeren.
Een voorbeeld is het PSR-programma in de periode van minister Joella van Binnenlandse Zaken. Het PSR-rapport is toen onder veel mediabelangstelling in een zeer goed bezochte conferentie aangeboden aan onder andere de politieke elite. En hier begint het politieke geroezemoes omdat de aanbevelingen een aanklacht waren tegen het geldende politiek systeem. Het toen geldende politiek systeem is alleen maar sterker geworden, en van uitzondering tot regel. Het is dus nu mogelijk om onder groter geworden bezwaren maatregelen door te voeren.
Bij vrijwillige uitdiensttredingen hoeven er geen problemen te ontstaan. Maar, dan blijft nog een grote groep van 24.000 overbodige ambtenaren over. De vraag rijst wat met deze groep zal worden gedaan. In de periode 2015 tot 2020 zouden er 17.000 ambtenaren zijn aangenomen. De minister zegt, dat het gaat niet alleen gaat om het saneren (lees: ontslaan) van mensen. Het zou ook gaan om het bijscholen, zodat de personen bij andere sectoren ingezet kunnen worden. De minister gaat dus hier van uit dat de economie deze groep van 24.000 kan absorberen. De minister zegt ook, dat er een heel mooi uitvoeringsplan klaar ligt, maar is dit ook breed besproken bijvoorbeeld met de bedrijven?
Dat het ambtenarenapparaat overvol is, verdient geen betoog. De productiviteit bij de overheid is uiterst laag en is de klantvriendelijkheid een diepe onvoldoende waard. De ambtenaren, met name het hoger kader, zijn extreem slecht betaald. De vraag rijst wat de regering zal doen als de 24.000 ambtenaren niet vrijwillig besluiten uit overheidsdienst te treden.
Er zijn in de Personeelswet mogelijkheden om te saneren, maar het vereist wel een politiek besluit, dat politieke consequenties kan hebben bij de verkiezingen. We hebben bij de overheid al jarenlang een personeelstekort, maar toch zijn duizenden niet gekwalificeerde ambtenaren in dienst genomen. De vraag rijst ook hoe het kan, dat ambtenaren overtollig in dienst zijn genomen. Heeft Binnenlandse Zaken voor alle ministeries niet een personeelsformatie vastgesteld, dus een maximum aantal ambtenaren per afdeling? Als BiZa dat niet heeft bepaald, hoe kunnen ze nu dan praten van overtolligheid? En als dat er niet was, hoe hebben ze dan het in dienst nemen van ambtenaren hebben kunnen goedkeuren? Als er geen formatiesterkten zijn vastgesteld voor de Surinaamse regering, hoe heeft BiZa dan dit decennia lang laten voortduren.
Verder is het zo, dat in het FISO-systeem mensen op basis van hun competenties in dienst moeten worden genomen. Hoe is het dan mogelijk, dat mensen in functies in dienst zijn genomen waaraan ze niet voldoen?
BiZa klaagt over een overvol apparaat, maar zij is debet aan het waterhoofd, omdat ze haar huiswerk van formatieplannen niet heeft uitgevoerd. En…overtolligheid vaststellen zonder formatieplannen is te vergelijken met nattevingerwerk.