De regering heeft vrijdag de eerste ronde van beantwoording van de vragen gesteld bij de begrotingsbehandeling in de Assemblee achter de rug. Speciale aandacht was er voor de ministeries die de economie in Suriname moeten helpen versterken. Aan de ene kant moeten ze dat doen door het klimaat van het doen van zaken in Suriname te verbeteren. Aan de andere kant moeten ministeries als Natuurlijke Hulpbronnen (NH), Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) en Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) ervoor zorgen dat Surinaams ondernemerschap en investeerders eventueel samen snel tot verdienmodellen komen wat 2 effecten moet hebben: ten eerste dat er een verhoging van het bbp in Suriname ontstaat. En ten tweede dat er werkgelegenheid ontstaat in Suriname.
Nu moeten we zeggen dat de ease of doing business nog steeds slecht is in Suriname, dus in vergelijking met wat andere landen te bieden hebben. De president heeft al enkele keren de 200 projecten genoemd die op het punt staan uitgevoerd te worden. Deze mededeling wordt altijd gedaan in een uitgebreide uitleg, waardoor een nadere concretisering van de 200 projecten tot nu toe is uitgebleven. Zijn er onder de 200 projecten ook investeerders die in Suriname (samen met Surinaamse ondernemers) bedrijven gaat opzetten? In welke sectoren zullen bedrijven worden opgezet? We zien dat organisaties in Suriname die na 2020 dichter bij het bestuur liggen, steevast tegenstander zijn van de komst van buitenlandse bedrijven en opschaling van de productie voor de export als dit alles niet met hun organisatie te maken heeft. We kunnen in dit kader noemen de VEAPS (Vereniging van Exporteurs van Agrarische Producten in Suriname).
Is er een lobby in Suriname om investeringen te ontmoedigen en te frustreren, puur uit eigen belang? In elk geval zijn er in DNA (De Nationale Assemblee) geen structurele maatregelen aangekondigd om het business klimaat in Suriname te veraangenamen voor buitenlandse en binnenlandse investeerders.
De vraag rijst ook of er echt binnenlandse investeerders in Suriname zijn, want er zou als we onze oren goed te luister leggen, een diepgeworteld wantrouwen zijn tegen de Surinaamse regeringen. Als er op gegeven moment vertrouwen komt dan is dat ook toevallig zolang bepaalde leiders aan de macht zijn en dus tijdelijk. Want deze leiders zorgen er niet voor, dat structureel iets verandert en zo blijft het ook na hun vertrek. Een zo een voorbeeld willen we noemen, het geval van Binnenlandse Zaken. De plaat van de jonge minister is precies blijven vaststeken op de plek waar het was kort na 25 mei 2020, gedurende zijn maiden speech. Er wordt nog steeds geklaagd over duizenden ambtenaren die in dienst zijn genomen, maar wat heeft de minister via wetgeving en uitvoeringsbesluiten om de zaak dicht te timmeren en te voorkomen dat deze uitspattingen niet meer voorkomen? Het antwoord is nog steeds: 0,0. Dus hij is steeds bezig met politiek bedrijven en straks kan een andere regering weer zitten met duizenden ambtenaren die extra in dienst zijn genomen. Er zijn al geluiden dat dit al aan het gebeuren is door bepaalde partijen die zich niet willen laten inbinden.
Maar, kortom, structureel verandert er in de korte termijn niets aan de basis van de economie. Zaken doen blijft even onvriendelijk. Er is tijdens de begrotingsbehandeling melding gemaakt van een structuur genaamd Suriname Investment and Trade platform bij BIBIS (ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking), maar heeft dit een wettelijke structuur? Is het structureel en duurzaam en wat is de betrokkenheid van belangrijke ministeries als EZ (Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie), TCT, LVV, NH en Financiën? Investsur werd getrokken door Financiën, maar is het niet raadzaam om gauw dit orgaan weer te operationaliseren en het met een snelle wetswijziging te hervormen tot een trade and investment promotion organisatie zoals die van Guyana?
Verder hebben we weer gezien dat er totaal geen fut en dromen aanwezig zijn bij het ministerie van LVV. De minister praat Nederlands, hij praat wel, maar hij zegt in DNA totaal niets. Het is de meest nietszeggende minister in het kabinet. Het enige waar de minister het concreet zijn benaderde, was in het geval van de groente-exporten. Over veeteelt hebben we de minister niets horen zeggen, terwijl deze sector zwaar verwaarloosd is en gegijzeld wordt door enkele mensen die na toestemming van LVV nieuwe rassen en kleine herkauwers hebben kunnen importeren. We vermoeden, dat ook deze minister een vegetariër is, want de verwaarlozing van deze sector gaat door, weer in tegenstelling tot Guyana, waar de regering kwekers helpt met nieuw bloed binnenbrengen om de sector een boost te geven.
De minister heeft het niet gehad over de prijs van een kilo rund, waarom weten we niet, maar het is onbetaalbaar. De prijs van een stier is gegaan naar dichtbij de SRD 25.000. Beschamend is, dat we zitten te wachten op Barbados om hier de zaak te komen vernieuwen. We kunnen ons niet voorstellen hoe het kader op LVV, afkomstig van de afdeling Agrarische Productie van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, zich moet voelen, weer onder deze omstandigheden waar ze totaal geen inbreng heeft weer in het beleid van een LVV-minister. De LVV-minister sprak veel, maar zei niets. Dat deden ook de ministers van NH en TCT. Het is dus allemaal niet veelbelovend. Er zal in de komende periode structureel niet veel veranderen in Suriname aan de economie. Eigenlijk is dus wat overblijft dit: wachten op 2024/2025 op de olie-inkomsten. Maar is er al een besluit genomen door de oliemaatschappijen op de olie en gas naar boven te pompen? We zijn daarvan nog niet zeker. Suriname stevent onder de gegeven omstandigheden af op het uitkomen van de Dutch Disease syndroom. Guyana schijnt door leiderschap die ramp te ontkomen.