De Kenniskring hield dinsdag 10 mei een Zoom lezing en discussie “Past de muilkorfwet bij het niveau van ontwikkeling in de samenleving?” Gastsprekers waren jurist/advocaat Aashna Kanhai, journalist Wilfred Leeuwin en jurist/advocaat Antoon Karg. De Kenniskring ventileerde de gedachte dat met de muilkorfwet kennelijk wordt bedoeld artikel 152 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk dat belediging van het Staatshoofd dan wel waarnemend Staatshoofd: Opzettelijke belediging wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren en een geldboete van de vierde categorie.
Leeuwin baseerde zich op een rapport gemaakt door de SVJ (Surinaamse Vereniging van Journalisten) met de jurist van het International Press Institute, waarin een analyse is gemaakt van de muilkorfwetten zoals deze in Suriname voorkomen. Suriname blijkt over de hardste en moeilijkste muilkorfwetten van de voormalige koloniën uit de regio te beschikken vanaf het jaar 1911.
Leeuwin lichtte toe, dat markante namen als Anton de Kom en Louis Doedel, maar ook diverse mediahuizen, door de muilkorfwetten een halt zijn toegeroepen. “Alle voorvallen uit onze geschiedenis worden in het rapport genoemd. Het rapport heeft van deze muilkorfwetten een analyse gemaakt hoe ze werken in een maatschappij en de vraag is of zij nog passen binnen een ontwikkelde samenleving en in de ontwikkeling van de samenleving.”
De journalist, tevens voormalig voorzitter van de SVJ, haalde aan dat bij internationale organisaties als de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Europese Unie, de Afrikaanse Federatie en de Aziatische Federatie, veel aangesloten landen ertoe zijn overgegaan om de muilkorfwetten te schrappen uit hun Wetboek van Strafrecht. “In veel landen zijn de Wetboeken van Strafrecht opgeschoond, omdat de muilkorfwetten niet meer relevant zijn in een democratische samenleving”, merkte Leeuwin op.
Koloniaal
Leeuwin wees verder erop, dat de twee juristen zijn ingegaan op de juridische inslag van de wetgeving. Hij deelde de zienswijze van jurist Aashna Kanhai dat de koloniale oorsprong van de muilkorfwetten al reden genoeg is om deze te schrappen uit het Wetboek van Strafrecht. Leeuwin merkte ook op, dat de OAS als standpunt heeft dat muilkorfwetten het publiek debat verstompt en critici de mond snoert door het ‘schrikeffect’ dat het hiervan uitgaat.
Hij verwees ook naar hetgeen Antoon Karg had aangehaald, namelijk dat er nog heel veel ontbreekt in de ontwikkeling en dat daarbinnen muilkorfwetten niet toepasselijk zijn. “Verder zouden volgens Karg de wetten vrij onduidelijk zijn, waardoor er gelegenheid kan ontstaan voor machtsmisbruik.”
Grenzen
Antoon Karg stond stil bij de vraag waarvoor straf is bedoeld. “Straf is bedoeld om grenzen aan te geven. Straf is bedoeld om onwenselijk gedrag te stoppen wanneer het plaatsvindt.” Ook zei hij dat straf een corrigerende functie heeft en bedoeld is om herhaling te voorkomen.
Karg merkte op, dat wanneer een sfeer van een vrij gedachtegoed heerst, een zo terughoudend mogelijke opstelling ten aanzien van hantering van dit instrument nodig is. De jurist stelde dat eenieder het recht heeft om door de drukpers of andere communicatiemiddelen zijn of haar gedachten, mening dan wel gevoelens te openbaren behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Hierover merkte hij op dat de wetgever “behoudens niet willekeurig kan uitbreiden.”
Karg haalde voorbeelden aan van formeel legitiem tot stand gekomen wetgeving, die wel beperkingen hebben op grondrechten. Hierover zei hij, dat “te gemakkelijk de uitzonderingen toelaten op onze grondrechten een rechtstreeks gevaar zijn voor de democratie.”
“Meningsuiting is bedoeld om het machthebbers ongemakkelijk te maken en om machtelozen inspraak te geven waarbij iedereen binnen het systeem zijn of haar rol en verantwoordelijkheid moet kennen”, aldus Karg.
RB