In de jaarlijkse World Press Freedom Index van de internationale organisatie Reporters Sans Frontières, RSF (Journalisten Zonder Grenzen) is Suriname in de 2022 editie gekelderd van plaats 19 naar 52. De organisatie vermeldt niet specifiek waaraan die daling te wijten is. Mogelijk heeft het incident rond journalist Jason Pinas, medio december vorig jaar, ermee te maken en de relatie tussen diverse media en vicepresident Ronnie Brunswijk.
In de 180 door RSF gerangschikte landen en gebieden worden indicatoren beoordeeld op basis van een kwantitatief onderzoek naar schendingen van de persvrijheid en misbruik van journalisten en media, en een kwalitatief onderzoek op basis van de reacties van honderden door RSF geselecteerde experts op het gebied van persvrijheid (journalisten, academici en mensenrechtenverdedigers) tot een vragenlijst met 123 vragen. De vragenlijst is bijgewerkt om beter rekening te houden met nieuwe uitdagingen, waaronder die in verband met de digitalisering van de media. Voor zover bekend telt Suriname één mediawerker die ieder jaar de vragenlijst invult. Het is dan ook de persoonlijke visie van slechts één mediawerker die bepaalt wat aan RSF wordt gemeld en welke positie Suriname inneemt in de lijst van RSF. De vraag is in hoeverre de in Suriname ingevulde vragenlijst een objectief en eerlijk beeld schetst van de persvrijheid in het land.
Aanvallen op journalisten zijn ‘zeldzaamheid’
De organisatie is ondanks de duidelijk positief gestemd over persvrijheid in Suriname. “Suriname verdient hoge cijfers voor respect voor vrijheid van informeren, gezien de zeldzaamheid van aanvallen op journalisten en de diversiteit van zijn media”, zo schrijft RSF. “Het land heeft een pluralistisch medialandschap. De twee grote particuliere kranten zijn volgens RSF De Ware Tijd en De West. Natuurlijk dienen de overige kranten ook te worden vermeld, Dagblad Suriname en Times of Suriname.
Volgens RSF garandeert de Surinaamse Grondwet de persvrijheid. “Een uiterst strenge lasterwet voorziet echter in straffen tot zeven jaar gevangenisstraf voor “openbare uiting van haat” jegens de regering.
Gebrek aan opleiding
“De pers en journalisten lijden onder een gebrek aan opleiding en middelen”, aldus generaliseert RSF, ingegeven door weer de door een mediawerker in Suriname ingevulde vragenlijst.
“De pers publiceert regelmatig kritische berichten over de overheid. Dit leidt soms tot officiële druk en intimidatie van journalisten, wat leidt tot zelfcensuur.”
Buurland Guyana scoort met plek 34 beter dan Suriname. Brazilië moet het doen met plaats 110 in de ranking. Frankrijk neemt bezit van plaats 26 en Nederland is de nummer 28. Op plek 25 staat Trinidad & Tobago.
PK