Betaling ouderschapsverlof en nieuw minimumloon hebben aandacht van minister Mac Andrew

Minister van Arbeid Steven Mac Andrew zal zich inzetten voor een spoedige operationalisering van het Fonds Voorzieningen Ouderschapsverlof (FVO) en voor de afkondiging van het nieuw minimumuurloon. Dit heeft hij kenbaar gemaakt aan respectievelijk het bestuur van FVO en de Nationale Loonraad (NLR). Beide zaken hebben zijn aandacht en zijn ook voor hem een prioriteit.

Mac Andrew brengt in herinnering dat het fonds volgens de Wet Arbeidsbescherming Gezin in principe al in november 2019 operationeel had moeten zijn. Door onvoorziene omstandigheden werd die deadline niet gehaald. Volgens hem verkeren de voorbereidende werkzaamheden hiertoe nu in een vergevorderd stadium en verwacht hij daarom een spoedige operationalisering van het fonds, dat zal zorgen voor de doorbetaling van zowel het zwangerschaps-/bevallingsverlof alsook het vaderschapsverlof. 

De grootste bottleneck voor het opstarten van het fonds is de kwestie van financiering van het doorbetaald verlof. Volgens de wet zal iedere werknemer en werkgever ten behoeve van het Fonds verplicht zijn tot betaling van een bijdrage gelijk aan 1.0% (één procent) van het brutoloon van de werknemer. Hiervan bedraagt de werknemersbijdrage maximaal 50% en de werkgeversbijdrage minimaal 50%.

De werkgever is verplicht de afdracht van de werknemers- en werkgeversbijdrage maandelijks aan het Fonds te doen. Het bestuur zal in de komende periode zich focussen op de bemensing, waardoor de verplichte bijdragen van zowel werkgevers als werknemers spoedig kan worden geïnd. De Wet Arbeidsbescherming Gezin die het ouderschapsverlof regelt is sinds 2019 in werking getreden. 

Minimumloon

Voor wat betreft de afkondiging van het nieuwe minimumloon zegt Mac Andrew, dat het advies van de Nationale Loonraad, dat bindend is voor de minister, is doorgestuurd naar de Raad van Ministers (RvM). De RvM is in tegenstelling tot de minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken niet gehouden aan het advies. De minister geeft aan zich bewust te zijn van de visies van Ravaksur en het bedrijfsleven omtrent het advies van de NLR en dat dit meegenomen zal worden in de bespreking. Het huidig minimumuurloon van SRD 8,40 dateert van 1 maart 2019 en is achterhaald. De afkondiging van het nieuwe minimumuurloon kan volgens de minister een positieve impact hebben op de bestaanszekerheid van werknemers die aan de onderkant van de loonladder staan.  

De Nationale Loonraad is een technisch orgaan van de minister van Arbeid waarin expertise met betrekking tot loonbeleid is bijeengebracht. In de raad zitten vertegenwoordigers van representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op gelijke voet. De Raad die voortvloeit uit de gemoderniseerde wet ‘Minimumloon 2019’ is het nieuwe mechanisme ter vaststelling van het minimumloon. Het is ook de eerste keer dat de Raad het minimumloon heeft vastgesteld. Het vastgestelde minimumloon wordt als bindend advies gepresenteerd aan de minister van Arbeid die op zijn beurt het advies ter goedkeuring voorlegt aan de RvM. De eerdere minimumlonen waren in de vorige wet vastgesteld door De Nationale Assemblee, terwijl het nog vigerend minimumloon van SRD 8,40 een advies was van de Sociaal Economische Raad (SER) dat middels een Staatsbesluit in 2019 werd bekrachtigd. Bij de vaststelling van het minimumloon door de Nationale Loonraad, liggen sociale en economische indicatoren ten grondslag. 

De minister geeft aan, dat tijdens het onderhoud met de NLR ook is aangegeven, dat de termijn van de Loonraad verlengd zal worden, zodat deze verder kan gaan met zijn activiteiten.

error: Kopiëren mag niet!