De verzelfstandiging van het Korps Penitentiaire Ambtenaren (KPA) kan een heel interessante discussie opleveren. De verzelfstandiging ligt al zeker 7 jaar op het bord van de beleidsmakers. Er zijn eerder diensten of afdelingen van ministeries verzelfstandigd en soms varen die er wel bij. Als voorbeeld kan worden genoemd de Maritieme Autoriteit Suriname, MAS. Eerder is gesproken over het opzetten van een stichting. Het verschil zit hem echter hierin, dat bij de MAS het gaat om scheepvaart dat een puur commerciële aangelegenheid is. Daardoor is het gemakkelijker om als organisatie jezelf te bedruipen zonder in gedrang te komen met bijvoorbeeld mensenrechten. MAS moet wel rekening houden met maritieme verdragen en nationale en internationale milieuwetgeving.
De verzelfstandiging van het KPA zal betekenen dat het korps bij wet wordt ingesteld als een soort autoriteit. Deze wet zal dan dienen als statuut van het KPA. Nadere regels zullen dan in een staatsbesluit verder worden geregeld. De vraag zal dan wel rijzen hoe ver de zelfstandigheid van het korps zal gaan. En wat de macht van de autoriteit zal zijn over de verschillende penitentiaire inrichtingen. Worden ze eigenaar van deze inrichtingen of de exclusieve beheerder? Wie bepaalt de orde en de regelgeving binnen deze inrichtingen? Kunnen we met de verzelfstandiging ook praten over privatisering? Want er zijn in de wereld landen waar gevangenissen gerund worden door private companies. Een voorbeeld daarvan is de USA. De staat controleert dan de kwaliteit en de omstandigheden van de detentie, vergewist zich ervan dat de rechten van de gedetineerden niet worden geschonden, want per slot van rekening wordt in naam van de Staat de gevangenisstraf opgelegd. Voor de zorg van de gedetineerde betaalt dan de Staat een per diem, een daggeld, waarmee de verblijfskosten van de gedetineerde worden gedekt. Het blijft echter een commerciële aangelegenheid waarbij het bedrijf dat de gevangenis runt, winst moet maken op de operations draaiende te houden en om dividend uit te keren aan de aandeelhouders. De problemen kunnen ontstaan wanneer de private beheerder van de gevangenis, de gedetineerden die in zijn macht zijn, zal inzetten in commerciële activiteiten. Het kan dat daarbij dwang wordt gebruikt of dat de gedetineerden niet veel ruimte hebben om te weigeren, bijvoorbeeld uit vrees voor rancune van de private gevangenisbewaarders. Het kan dat de gedetineerden niet worden betaald voor hun commerciële arbeid of dat ze heel lage tarieven krijgen betaald. Dan zou gesproken kunnen worden van een uitnodiging. Maar alhoewel bedrijven gevangenen kunnen uitbuiten, zal het de Staat zijn die ter verantwoording kan worden geroepen bij de VN. Want het is de Staat die zich gecommitteerd heeft aan internationale mensenrechtenverdragen. Nu hebben wij niet begrepen, dat het KPA een nv wordt. Het is wel een opmerkelijk zaak, omdat de vraag rijst wie er baat bij zal hebben als de dienst wordt verzelfstandigd. Wordt het een directoraat onder het ministerie van JusPol? Met een korpschef die in vergelijkbare positie zit als een directeur van een ministerie? Of zal het KPA een bij wet opgerichte autoriteit worden? In het eerste geval blijven de penitentiaire ambtenaren (pa’s) ambtenaren, maar zal er een organisatiestructuur voor ze worden getekend waardoor ze mogelijk in zijn geheel omhoog gaan in salaris. Ook kan het zijn dat het Directoraat KPA uit het FISO-loonhuis treedt en een hogere loonreeks krijgt. De vraag rijst wel hoever de zelfstandigheid van het KPA zal reiken bij de verzelfstandiging. Is het slechts bedoeld dat men budgettaire zelfstandigheid krijgt met andere woorden dat men zelfstandigheid de jaarbegroting vaststelt? Als dat het is, dan zal de zelfstandigheid niet ver reiken, omdat het KPA, in welke vorm dan ook, geen zelfstandige inkomsten zal kunnen genereren. Dat maakt dat de financiële belasting blijft voor de Staat Suriname en misschien nog hoger wordt. Wij hebben de indruk dat de verzelfstandiging van het KPA te maken heeft met een hogere status en dat is dan weer onlosmakelijk verbonden aan het salaris dat de ambtenaar meeneemt naar huis aan het eind van de maand. Als het alleen draait om geld en een structurele manier om voor altijd goed beloond te zijn, dan lijkt verzelfstandiging een omslachtig proces die misschien de moeite niet waard is. Want efficiënter is het dan om gewoon het KPA goed in de organisatiestructuur neer te zetten en te gaan voor een herwaardering van de functies.
In de komende periode hopen wij meer te vernemen over wat de verzelfstandiging inhoudt en wat precies de ‘return of investment’ is voor de moeite. Het kan dat verzelfstandiging een verkeerd gekozen aanduiding is, want de Staat is eindverantwoordelijk voor het wel en wee van de gedetineerde.
Gisteren is bericht dat in het verzelfstandigingsproces van het KPA een belangrijke mijlpaal zou zijn bereikt. De drie reglementen voor het KPA, de penitentiaire inrichtingen en de werving, vorming & opleiding zouden zijn afgerond. De 3 reglementen zijn overhandigd aan de Juspol-minister door een projectleider/beleidsadviseur. In de berichtgeving wordt gesproken over het ‘wettelijk kader’ voor de verzelfstandiging. Het zou behalve de 3 reglementen ook gaan om een wet en een staatsbesluit, waaraan sinds 2020 wordt gewerkt.
Door de JusPol-minister is 2016 medegedeeld dat zij in het kader van de verzelfstandiging de nieuwe structuur had gepresenteerd. Er zou een stichting worden opgericht die het beheer zou hebben over de strafinrichtingen Santo Boma, Duisburglaan en Hazard. Deze stichting zou bestaan uit een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie, het ministerie van Justitie en Politie en de Bond Penitentiaire Ambtenaren. In 2022 is gemeld dat de ‘Wet penitentiaire inrichtingen en huizen van bewaring’ moet worden herzien. Meer duidelijkheid over de verzelfstandiging is dus geen overbodigheid.