Minister Armand Achaibersing heeft woensdag tijdens een persconferentie verduidelijkt, dat er geen enkele sprake is van opheffing of afschaffing van het zogeheten Grondstoffenbesluit. Er zal wel strenger worden opgelet dat er geen misbruik wordt gemaakt van deze regeling, waardoor de staat inkomsten derft.
Het Grondstoffenbesluit is een staatsbesluit voortvloeiend uit de Wet Tarief Invoerrechten van 1996. Het regelt vrijstelling van invoerrechten op import van grondstoffen, hulpstoffen, halffabricaten en verpakkingsmiddelen die worden ingevoerd ten behoeve van de productie in de sectoren nijverheid, landbouw, tuinbouw, sierteelt, veeteelt en visserij en in de industrieën voedingsmiddelen, frisdranken en vruchtensappen. De regeling is indertijd ingevoerd in verband met Suriname’s toetreding tot de Caricom Single Market. Het doel ervan is de concurrentiepositie van Surinaamse producenten te ondersteunen.
De Alliantie van Bedrijfslevenorganisaties heeft begin deze week in een schrijven aan minister Achaibersing haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over berichten in de media over afschaffing van deze regeling. Ze vraagt de minister om een onderhoud hierover. Minister Achaibersing bevestigde woensdag de ontvangst van de brief. Hij zei het gevraagde onderhoud door de Alliantie te zullen voeren. Vooruitlopend daarop liet hij echter alvast weten, dat er geen sprake is van opheffing van het Grondstoffenbesluit. Er zal wel stringenter erop worden gelet dat er geen misbruik van gemaakt wordt.
Uit de woorden van de minister blijkt de constatering, dat door de jaren heen oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van de regeling, waardoor de overheid inkomsten derft. Voor bedrijven en ondernemingen die zuiver gebruik maken van de regeling, is er volgens hem niks aan de hand. Aanvragen om van deze faciliteit gebruik te maken zullen wel stringenter getoetst worden aan de bepalingen van de bestaande wettelijke regels.
SS