“Onze vissers zijn nu in eigen land vreemdeling”

Op basis van informatie in de media heeft minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) weer aangegeven, dat er nimmer 150 vergunningen zijn beloofd aan Guyana. Volgens Sewdien is het standpunt van Suriname duidelijk.

De zaak houdt het verzoek in uit 2020 van de Guyanese regering aan Suriname om de kleine vissers langs de Corantijnrivier te voorzien van BV (Binnenvisserij) visvergunningen aangezien zij op dat moment deze vergunningen huurden van Surinaamse vergunninghouders. Volgens de Surinaamse wetgeving zouden er geen mogelijkheden zijn, liet de minister weten.

Vervolgens reageerde Guyana, dat het niet om BV-vergunningen, maar om SK-(Surinaamse Kust) vergunningen ging. Beide landen hebben nog geen oplossing kunnen vinden.

Del Castilho

Angelic Del Castilho, voorzitter van DA’91, zegt in een reactie dat de toezegging op presidentieel niveau is geweest tijdens een bezoek van president Chandrikapersad Santokhi aan Guyana. “Hierna bleek dat vergunningen niet kunnen worden verstrekt aan niet ingezetenen”, merkt Del Castilho op. “Bovendien, als je dit in Caricom verband wilt doen, dan mogen alle landen in de Caricom visvergunningen aanvragen, want je kan niet aan sommige landen wel en andere niet geven”, laat de politica weten.

Volgens Del Castilho is er nooit formeel gesteld, dat de visvergunningen niet kunnen worden gegeven, waardoor buurland Guyana hierover blijft praten. Bovendien merkt Del Castilho op, dat vanuit de vissector reeds is aangegeven dat Surinaamse vissers de Coppenamerivier niet meer op kunnen om vis te vangen, omdat de Guyanese vissers de rivier bezet houden. “Onze vissers zijn nu in eigen land vreemdeling”, constateert Del Castilho. Volgens haar is het zaak dat De Nationale Assemblee hierover vragen stelt.

Niet plukken

Udo Karg, voorzitter van Suriname Seafood Association (SSA), benadrukt dat er in Suriname geen ruimte is voor een extra aantal van 150 visvergunningen. “Vanaf de jaren ‘60 is Suriname bezig de natuurlijke hulpbronnen te beschermen. Als andere landen dat niet hebben gedaan is dat voor hun rekening, maar dan kunnen zij niet komen plukken van onze vruchten”, merkt Karg op. Karg noemt hetgeen “plaag” meer: “Het zijn gewoon criminelen die onze visgronden leegplukken.”

Hij voegt eraan toe, dat de redenen onduidelijk zijn waarom de bewaking van de Surinaamse visgronden onvoldoende is. “Het lijkt net als Tigri op een soort gedoogbeleid.” Naar zijn opvatting zou het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking deze zaak moeten aankaarten. Karg zegt verder, dat de grote zorg van de sector de verwarring is en de imagoschade die Surinaamse vissers kunnen lijden, omdat “Guyanese vissers onze boten compleet met nummer kopiëren en dan gaan vissen in Frans Guyanese wateren, waardoor het lijkt alsof het om Surinaamse vissers gaat.” Dit brengt de exportmogelijkheden van Suriname in gevaar.

Volgens Karg zouden maatregelen om boten te inventariseren reeds lang geleden hebben moeten plaatsvinden. De oproep van Karg is dat de autoriteiten optreden. “Vooral in het Coppenamegebied ter bescherming van onze natuurlijke hulpbronnen en dat zaken op diplomatiek niveau worden aangekaart, want het is heel stil”, aldus Karg.

RB

error: Kopiëren mag niet!