Het afgelopen weekend heeft de Surinaamse mevrouw Odjiran Jahangier haar 100e verjaardag mogen vieren. Het Burger Informatie Centrum (BIC) Wanica Zuid-Oost bericht hierover, dat mevrouw Jahangier bezoek heeft gehad van twee Districtscommissarissen, namelijk de Districtscommissaris van Wanica Zuid-Oost Mohamed Shafiek Goelaman als vertegenwoordiger van de president van de Republiek Suriname, en de Districtscommissaris van Commewijne Mohamed Shafiek Radjab, als familielid, die haar als geschenk een enveloppe met inhoud overhandigde.
Odjiran Jahangier zag het levenslicht op 9 april 1922 in het toenmalig district Suriname te Sophiaslust. Zij is dochter van wijlen vader Rahamattoella Jahangir en wijlen moeder Sakoenat Niamat. Zij is het tweede kind uit een gezin van 20 kinderen. Op 18-jarige leeftijd huwde ze met Moh. Sakoer Abdoel, nu wijlen. Mevrouw Jahangier heeft 2 dochters en 1 zoon. Verder heeft ze 52 klein-, achterklein- en bedachterkleinkinderen.
5 jaren na het overlijden van haar echtgenoot, is zij hertrouwd met Ibrahim Ismail (wijlen) en verbleef het echtpaar ongeveer drie maanden te plantage Weltevreden in het district Commewijne. Hierna werd een perceel gekocht aan de Bolletriehé te Weg naar Zee. Er waren destijds geen nutsvoorzieningen (stroom en water) aanwezig en de weg was heel erg slecht. Ze legden een waterput aan, vingen regenwater op en gebruikten een petroleumlamp (kokolampu) voor verlichting.
Enkele hoogtepunten in het leven van mevrouw Jahangier zijn de geboorte van haar kinderen en dat zij haar kinderen naar school kon sturen ondanks haar slechte financiële situatie toen.Om in haar levensonderhoud te kunnen voorziening deed ze aan landbouw, pluimvee en maakte van omgehakte bomen houtskool. De geoogste producten werden in een mand geplaatst en die sjouwde ze op haar hoofd naar de opkoper aan de Henry Fernandesweg. Met de opbrengsten kon zij een ezel, die ze Nelly noemde, en een kar aanschaffen, teneinde haar producten te kunnen vervoeren. Helaas heeft Nelly het niet lang gemaakt en viel ze weer in het oude door de producten weer op haar hoofd te sjouwen naar de opkoper. Doordat ze weer in het oude verviel was ze ook niet van gevaar ontbloot. Het is eens voorgekomen dat zij door een krokodil werd aangevallen en gebeten. Door de beet van de kaaiman kon zij haar activiteiten enige tijd niet ontplooien, maar dankzij haar oudste dochter is dit behouden gebleven. Ze verbleef op familie uitnodiging ongeveer 2 jaren in Nederland, maar de heimwee was zo groot dat zij terugkeerde naar haar oude stek.
De 100-jarige is zeer dankbaar aan Allah, de ware schepper, de Allerhoogste, de Allergrootste, de Verhevene, dat zij door de barmhartigheid en genade van hem haar jaardag heeft mogen herdenken. Zij blikt tevreden terug op haar aardse leven en vraagt aan Allah Subhanahu Wa ta’ Ala na de dood de eeuwige rust in het Paradijs Firdaus, Insha Alla.