Guyana blijft aandringen op de 150 visvergunningen die in augustus vorig jaar tijdens een werkbezoek van president Chandrikapersad Santokhi aan hun werd toegezegd. Dat bleek afgelopen week weer blijkens een bericht in Guyanese media. Daarin wordt de Guyanese landbouwminister Zulfikar Mustapha geciteerd. Die zou gezegd hebben, dat Guyana nog steeds in bespreking is met Suriname over het verstrekken van visvergunningen aan 150 Guyanese vissers langs de Corantijnrivier. Mustapha zei te hopen, dat binnenkort overeenstemming hierover zal worden bereikt met de Surinaamse autoriteiten. De Guyanese minister zei, dat de 150 visvergunningen in januari reeds zouden zijn verstrekt. Hij geeft aan niet te weten waaraan deze vertraging te wijten is.
Minister Mustapha zegt recentelijk minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) in Ecuador te hebben gesproken die hem zou hebben voorgehouden, dat binnenkort een voorstel overeenkomst aan Guyana zal worden aangeboden.
Blijft aandringen
Deze kwestie van 150 te verstrekken visvergunningen aan Guyanese vissers zit bij zowel de Surinaamse politiek als bij de actoren in de visserijsector erg hoog. Bestaande wettelijke regelingen verbieden, dat aan vreemdelingen visvergunningen worden verstrekt. Ook vindt men dat het de Guyanese vissers zijn die met hun illegale vispraktijken verantwoordelijk zijn voor het “leegroven” van Surinaamse visgronden.
President Chandrikapersad Santokhi heeft tijdens een topbespreking met zijn Guyanese ambtgenoot Irfaan Ali in augustus vorig jaar toegezegd de 150 visvergunningen te zullen verstrekken. In de Guyanese media wordt niet van toezegging gesproken, maar van een akkoord.
LVV-minister Parmanand Sewdien heeft naar aanleiding van hevige kritieken diverse malen in het parlement verklaard, dat conform de wettelijke regelingen er geen sprake kan zijn van het verstrekken van visvergunningen aan Guyanezen. Bovendien is het beleid juist erop gericht het visvergunningen bestand te saneren. Ondanks deze duidelijke taal van de minister verschijnen regelmatig berichten in de Guyanese media over deze kwestie. Die berichten zorgen binnen de Surinaamse visserijsector voor irritaties. Men vraagt zich af waarom de Surinaamse regering de Guyanezen niet ronduit kan mededelen, dat er geen sprake zal kunnen zijn van het verstrekken visvergunningen aan hen.
Actoren in de sector zeggen, dat indien dit wel gebeurt ze deze kwestie niet zomaar over zich heen zal laten gaan. Dat de Guyanese vissers en autoriteiten blijven aandringen op de toegezegde vergunningen kan hen eigenlijk ook niet kwalijk genomen worden. Het is de Surinaamse regering die duidelijkheid aan hen moet verschaffen. Dat is tot nog toe uitgebleven.
Tijdens een werkbezoek in september vorig jaar aan Suriname van de Guyanese premier Bharrat Jagdeo zou deze kwestie ook aan de orde zijn gebracht. Inhoudelijk is daarover weinig bekend geworden. In de periode daaropvolgend zijn er wel regelmatig berichten in Guyanese media verschenen over een op handen zijnde verstrekking van visvergunningen. Nu heeft de Guyanese minister van Landbouw gezegd, dat zijn Surinaamse ambtgenoot hem binnenkort een voorstel overeenkomst zal doen toekomen. Aangenomen wordt dat de mededeling van de Guyanese minister in de media niet zomaar uit de lucht is komen vallen. Duidelijkheid van de zijde van de Surinaamse autoriteiten in deze is meer dan gewenst.
SS