Suriname werd 4, 5 en 6 april door studenten van de Juridische Faculteit op de Anton de Kom Universiteit van Suriname vertegenwoordigd bij het virtuele programma van het model Organisatie van Amerikaanse Staten, OAS. Deze sessie was speciaal voor de Engelssprekende Caribische landen. Verschillende landen, waaronder Haïti, Argentinie, Bolivia en Peru, werden bij die sessies vertegenwoordigd door studenten van andere landen.
Suriname werd door acht studenten – R. Karijoredjo, C. ’t Zand, R. Gajadin, S. Grunberg, D. Isrie, G. Welzijn, J. Bharatt en N. Niamat – die onder leiding van twee Juridische Faculteit adviseurs mr. S. Nabibaks en mr. R. Djokarto begeleid werden, vertegenwoordigd. Mr. W. Bechan-Pherai was de laatste sessie ook persoonlijk aanwezig om de studenten te motiveren.
Twee hoogste posities
De meest eminente posities gedurende deze sessies werden door twee van de Surinaamse studenten vertolkt. Zowel de functies van president als de Secretaris-Generaal werden door de Surinaamse studenten bekleed. De president was Junior Bharat, terwijl de Secretaris-Generaal Gabrielle Welzijn was.
Gemotiveerde studenten
De studenten werden klaar gemaakt voor de series debatten die ze te wachten stond. Ze moesten van alles verwachten en zich natuurlijk ook voorbereiden door zich zelf bij te scholen over de verschillende onderwerpen.
Verschillende onderwerpen
Elke dag was er een ander debat. De eerste dag moesten twee studenten zich voorbereiden op de economische situatie die is ontstaan na de Covid-pandemie. De tweede groep heeft zich voor de tweede sessie voorbereid op de gevolgen die het virus na heeft gelaten bij vooral het organiseren van een verkiezing. De laatste groep was in de gelegenheid om breedvoerig de problemen die de toeristische sector heeft ondervonden te bediscussiëren. De faculteit adviseurs hebben hun beste beentje voorgezet om de studenten additionele informatie en tactieken te verschaffen om deze drie sessies goed af te kunnen ronden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken
De volledige ondersteuning van het ministerie van Buitenlandse Zaken werd wel verleend aan deze studenten. Ze kregen een ruimte ter beschikking om hun presentatie via een centraal punt te volgen en deel te nemen aan de verschillende debatten. De technische dienst stond klaar voor de studenten om ze bij te staan bij mogelijke technische issues.
GW