Met betrekking tot de dienstreis van de DNA-voorzitter, de fractieleider van de Abop en de ministers van GGB en ROS naar Gabon is er veel commotie ontstaan in de samenleving. Met name is er meer commotie rond de dienstreis van de DNA-voorzitter en de financiën die voor dat doel uit de staatskas zijn opgenomen. In de media is zelfs het woord fraude dan wel woorden van gelijke strekking al gebezigd. In de media is gemeld dat de Conservation International Suriname (CIS) de DNA-voorzitter en 2 ondersteuners heeft gevraagd voor een bezoek aan Gabon. De kosten zouden volledig worden betaald door de CIS. De CIS geeft aan dat geen uitnodiging was gericht aan DNA maar aan de voorzitter van DNA in zijn hoedanigheid. Nu worden in de stukken namen genoemd van adviseurs die uiteindelijk geen onderdeel waren van de delegatie. De CIS verklaart in de geschreven media dat de organisatie alle kosten van ‘alle’ delegatieleden hebben betaald waaronder ‘vliegtickets, hotel en voeding’. De vraag rijst dan waarom het nodig was om nog gelden van de staatskas op te nemen voor deze dienstreis. We hebben onze voelhorens uitgestoken en het blijkt dat dienstreizen vanwege de Staat geregeld worden in een soort dienstreisregeling. Daarin is geregeld welke types overheidsfunctionarissen welke niveaus van daggelden ontvangen. Ook wordt aangegeven wat met de daggelden moet worden bekostigd en wat er moet gebeuren als de dienstreizen gesponsord zijn. Ook hebben overheidsfunctionarissen 1 keer in een jaar echt op representatiekosten. Hoe hoger de functionaris, hoe hoger de representatiekosten. Deze kosten zijn bestemd om representatief op de dienstreis voor de dag te komen. Het is dus bedoeld om onder andere officiële kleren (hemden, formele jurken, colberts, sokken, schoenen, jackets tegen de kou etc..). De vraag rijst waarom functionarissen op dienstreis daggelden moeten toucheren. Dat is om reiskosten (tickets) en verblijfskosten (hotel, ontbijt, lunch en dinner) te betalen. Maar wanneer een ‘sponsororganisatie’ de reis- en verblijfskosten financiert, dan hoeft de staat deze daggelden niet uit te keren. De sponsor of uitnodigende organisatie zal geen representatiekosten betalen. Dat kan een regering uitkeren aan een functionaris, zodat de garantie er is dat de man/vrouw goed gekleed en verzorgd zijn werk doet. Wat wel gangbaar is, is dat de overheid aan functionarissen die ze uitzendt, toch een laag percentage van de daggelden uitkeert, ondanks de sponsoring. Dit is om de functionaris toch wel zodanig te voorzien dat bij calamiteiten hij een zeker bedrag heeft om te surviven. Bij gesponsorde dienstreizen krijgen de functionarissen een e-ticket via de mail. Die ticket hoeft dus niet meer gekocht te worden. Ook krijgt men bewijs van hotelreserveringen in de mail. In die reservering is dan te zien dat breakfast en soms ook dinner zijn gecoverd. Over het algemeen worden transportkosten na aankomst in het land niet gesponsord. Dan moeten de delegatieleden zelf een taxi of een trein etc.. nemen. Daarvoor kan het geld dat men voor de zekerheid heeft meegekregen, gebruiken. Maar het komt ook voor dat speciaal uitgenodigde hoge gasten, op de luchthaven worden opgehaald. Soms wordt er zelfs een aanvullend daggeld aan de gasten uitgekeerd. Dat is om de dagelijkse onkosten te betalen. Daarom moet gezegd worden dat als ‘vliegtickets, hotel en voeding’ zijn bekostigd door CIS, het niet nodig was om daggelden bij de Staat Suriname op te nemen, uitgezonderd de representatiekosten. De Staat moet ook reisverzekering betalen nemen we aan. Wanneer regeringen ambtenaren uitnodigen dan worden de visa ook door de overheid geregeld. Het uitnodigende land helpt mee aan de verkrijging van het visum. Wanneer de sponsoring wordt verdoezeld, dan is het mogelijk om te doen alsof alles door de Staat Suriname dient te worden bekostigd. Dan zal de Staat de volledige daggelden moeten uitbetalen plus de representatiekosten. Deze gelden zullen niet besteed hoeven te worden aan tickets, hotels en eten. Men zal daaruit alleen taxi’s betalen, voor zover men niet met shuttles wordt getransporteerd. Speciale hoge gasten als parlementsvoorzitters en ministers krijgen deze service wel, vooral als het gaat om een bilateraal bezoek. Aan het einde van de dienstreis moeten delegaties ook een soort financieel verslag en een dienstreisverslag maken. Daarin gaat dan blijken wat gesponsord is en wat zelf besteed is.
Op basis van de informatie die aan ons ter beschikking is via de media, lijkt het er veel op dat de Surinaamse delegatie geen daggelden had moeten opnemen. We gaan ervan uit dat gastheren hoge gasten als parlementsvoorzitters en ministers niet economy class tickets zal aanbieden. Wel moet het duidelijk zijn dat tussen economy tickets en businessclass tickets. Dit alles leert ons dat de regering een goede dienstreisregeling moet maken. Ambtenaren moeten niet de ruimte krijgen om allerlei deals te maken. Dienstreizen moeten bij Financiën en Planning goed worden geverifieerd. Er moet een zekere centralisatie plaatsvinden in het belang van de staatsfinanciën. Dienstreizen en missies horen bij het functioneren van landen in de internationale setting. Dat hoort bij het functioneren van de Staat. Suriname is een middeninkomensland en een land met een middelmatige moderne ontwikkeling. Maar er moet helderheid zijn over de bedragen en er moet geen misbruik plaatsvinden. Het is tijd om de regels aan te scherpen. De vraag rijst wat de consequenties zijn als de dienstreisregeling is overtreden. Er moet verantwoording worden afgelegd over deze dienstreis en bij opzettelijke overtredingen, zou het neerkomen op ongerechtvaardigde verrijking. Dan dienen er consequenties te volgen.