“Jaren terug wist ik wat het gevoel was om een slagerij binnen te stappen. Dat gebeurde drie tot vier keer per week, maar nu kan het niet”, zegt Vincent tegenover de krant. “Ondanks dat ik op twee plaatsen werk, dus salaris van twee plekken in ontvangst neem, denk ik niet eraan. Alles is kip en soms vis, dat is nu ook moeilijk geworden, maar ja je moet genieten van het leven. Je werkt en leeft niet voor je straf.”
Een slagerijhouder geeft aan, dat hij soms van geluk kan spreken als hij per dag twintig klanten heeft. “Is echt triest. Je merkt zelfs ook dat enkele het op hebben gegeven. Wat moet ik dan doen? Maar, voor mij is het toevallig een ander geval, na jaren heb ik toch mijn klantenkring opgebouwd, dus over de aanloop heb ik toch niet veel te klagen. Ik kan wel zeggen dat vergeleken met twee jaren terug nu de aanloop met 30% is verminderd, maar ik blijf hopen dat het goed gaat.”
“De prijzen zijn verhoogd. Om een kilo rund te kopen moet je nu behoorlijk wat geld op zak hebben. Bijna SRD 150 tot SRD 250 of SRD 300 en 400 zelfs”, zegt een burger. “Vroeger kon je voor dat ene pond nog SRD 25 tot SRD 30 betalen, maar nu is het SRD 70 tot SRD 100 zelfs. Met mijn budget kan ik helaas een keer in een maand rundvlees eten. Men zegt als je iets niet kan permitteren, dan moet je het niet doen, maar te a lostie dé denk je aan niets anders.”
Een andere slager zegt, dat hij zelf ook niets aan de prijzen kan doen. “Als ik mijn prijzen drop, kom ik ook niet uit als ondernemer in deze dure tijd. Momenteel vecht ik ook om mijn personeel te betalen, want de zaak draait niet elke dag optimaal. Ik ben niet eens zeker of ik verder wil gaan of iets anders moet creëren. Uiteindelijk heeft mijn personeel ook een leven en zijn of haar eigen vaste lasten te betalen, dus hun in de steek laten kan ik niet doen. Als de situatie niet verandert, gaan wij het uiteindelijk ook anders moeten aanpakken. Alles is letterlijk peperduur.”
TM