Het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) werkt met man en macht om de gebieden getroffen door wateroverlast van hulp te voorzien. Kolonel Jerry Slijngard, coördinator van het NCCR, geeft updates over de werkzaamheden met betrekking tot de wateroverlast in Suriname.
Slijngard stelt, dat het waterpeil in Boven-Suriname langzaam daalt, maar dat nu de kustvlakte te kampen heeft met wateroverlast.
Het water stroomt van het hogere zuiden naar het lagere noorden, waardoor het waterpeil in het Boven-Suriname gebied daalt. Echter zorgt dit ervoor, dat gebieden die noorderlijker liggen te kampen hebben met wateroverlast.
Het stuwmeer heeft haast zijn maximale werkhoogte van 264 ft bereikt. Alle spuisluizen zijn op dit moment open om de druk op de stuwdam te verminderen. Doordat het water naar het noorden stroomt was het nodig om hulp te bieden aan verschillende gebieden in de kustvlakte, waaronder de districten Nickerie en Saramacca. Door rijen zandzakken wordt het water buiten erven en huizen gehouden. Het NCCR heeft op een soortgelijke manier de zonnepanelen te Guyaba beschermd tegen het stijgende water.
Intussen werkt het NCCR nog actief in het zuiden. Leerkrachten zijn vanuit Tepu via Palumeu overgevlogen naar Paramaribo. De distributie van noodhulppakketten ging niet zonder obstakels. Enkele moeilijkheden die bij de distributie gepaard gingen waren onder andere het vastlopen van legertrucks, tonners genoemd, alsook een tekort aan boten en vriesruimten voor vleeswaren.
Het NCCR heeft desondanks ruim 1100 noodhulppakketten in goede staat bezorgd en gedistribueerd. Zo zijn de gebieden Moengo, Snesikondre, Bigi Poika, Alfonsdorp, Tibiti, en de gebieden rond de Tapanahonyrivier voorzien van pakketten.