Bestuurskundige Boldewijn: “17% verhoging salarisverhoging ambtenaren ook voor DNA-leden en ministers”

Over de zeventien procent loonsverhoging die de overheid wil bieden aan de ambtenaren vragen burgers zich af welke effecten dit zal hebben op de economie. Bestuurskundige August Boldewijn wijst op de effecten die de maatregel kan hebben voor het inkomen van Assembleeleden (DNA-leden) en ministers.

Hij verduidelijkt het verband tussen het salaris van ambtenaren en de vergoeding voor DNA-leden, deze laatste is overeenkomstig het salaris van een onderdirecteur van een ministerie. “Dan zou die verhoging ook moeten plaatsvinden voor de DNA-leden.” Boldewijn kijkt terug op de periode voor de afgelopen verkiezingen waar hij aanhaalt dat iets vergelijkbaars al had plaatsgevonden. “Daarbij heeft men aan de DNA-leden gevraagd of zij de verhoging vrijwillig zouden willen afstaan.”

Hij merkt op dat de wet met betrekking tot de schadeloosstelling van DNA-leden aangeeft, dat het inkomen gelijk is met dat van een onderdirecteur. “Voor de voorzitter is dat 200 procent van dat bedrag en de ondervoorzitter 130 procent.” De bestuurskundige verwacht dat de verhoging met 17 procent ook zal gelden voor de DNA-leden en ministers.

Boldewijn benadrukt “dat niet gesproken wordt van een salaris, maar van een schadeloosstelling voor de schade die men oploopt doordat men zich inzet voor de staat. Tenzij de wet voor die tijd gewijzigd wordt, wat ik niet denk”, voegt hij eraan toe. Hij wijst er ook op, dat in het geval van ambtenaren het kan zijn, dat wanneer het salaris wordt verhoogd ook de werklast kan zijn verzwaard, bijvoorbeeld door wijzigingen in de organisatie en stelt dat een dergelijke verzwaring van de werklast niet geldt voor de Assemblee.

Formulering

Boldewijn is van mening, dat de formulering anders had gemoeten. “De schadeloosstelling had gelijkgesteld moeten worden met de onderdirecteur en als beperking zou moeten staan, dat het niet betekent dat dit bedrag verhoogd wordt wanneer het bedrag van de onderdirecteur wordt verhoogd”, verduidelijkt Boldewijn. “Artikel 6 van het Ambtenarenbezoldigingsbesluit geeft aan, dat ambtenaren worden benoemd op basis van hun kennis en kunde. Dit moet kunnen worden aangetoond aan de hand van diploma’s, cijferlijsten en documenten. Voor de Assemblee is dit niet het geval. Daar gelden politieke gronden.”

Hiermee wijst de bestuurskundige op de twee verschillende grondslagen waarop men is aangesteld. Boldewijn stelt daarom, dat niet zondermeer de verhoging bij de ambtenaren dient door te werken. “Is het wel nodig in deze arme en moeilijke tijd om de DNA-leden en ministers te laten meegaan met al die voorzieningen?”, vraagt de bestuurskundige zich in gemoede af.  

RB

error: Kopiëren mag niet!