De watersnoodramp die al meer dan een week grote delen van het binnenland teistert is zeer ernstig. Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft dinsdag in de Nationale Assemblee filmbeelden getoond van onder water gelopen dorpen. Hij heeft enkele dagen geleden per helikopter zich boven de getroffen gebieden georiënteerd. Woningen, scholen en andere opstallen staan tot de rand van het dak onder water. Volgens Brunswijk heeft het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbestrijding (NCCR) alle gebieden in kaart gebracht.
De regering heeft een bedrag van SRD 6 miljoen vrijgemaakt voor de meest acute hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp. Het NCCR is druk bezig voedsel, water en tarpolines te distribueren. De verwachting is dat in het weekend alle slachtoffers van de onder water gelopen gebieden en dorpen van de eerste acute hulpgoederen zullen zijn voorzien.
Met de hulpdistributie is in het Matawai-gebied begonnen, vanaf het dorp Boslanti tot Kwakoegron. De overige gebieden die door de watersnoodramp zijn getroffen liggen aan de boven Marowijne, het Tapanahoni- gebied, de boven Suriname en enkele gebieden in het district Para. In dit district nabij het dorp Bigi Poika verkeert de weg in zeer deplorabele staat vanwege het overvloedig water.
Vicepresident Brunswijk gaf het parlement de verzekering dat de regering alles in het werk stelt om de getroffenen van de watersnoodramp de nodig hulp te bieden. Op aangeven van het NCCR zullen nog meer financiële middelen worden vrijgemaakt. Hij heeft president Chandrikapersad Santokhi ondertussen verslag gedaan van de situatie. Volgens Brunswijk zal het staatshoofd dezer dagen de getroffen gebieden bezoeken.
Gelet op het feit dat de watersnoodramp een steeds terugkerend natuurverschijnsel schijnt te zijn, zal de regering volgens hem een speciaal fonds voor calamiteiten in het leven roepen, zodat in voorkomende gevallen het NCCR direct tot actie kan overgaan met het bieden van acute hulp. Voor nu zal volgens hem niemand in de steek worden gelaten. De bewoners van ondergelopen dorpen zijn ondertussen naar hoger gelegen gebieden geëvacueerd. In het Paramacca-gebied zijn sommigen over de grens naar Frans-Guyana getrokken. Anderen zijn naar Langatabbetje getrokken.
Verschillende Assembleeleden hebben dinsdag hun medeleven uitgesproken met alle getroffenen van de ramp. Ze roepen de regering op om voor wat betreft de hulpverlening goed met de samenleving te communiceren. Hierdoor zou de hulpverlening vanuit de samenleving beter en efficiënter gecoördineerd kunnen worden.
SS