Kalloe bepleit invoerrechtenvrij import landbouw inputs

Om de gevolgen van de gestegen prijzen van voedsel in de wereld in Suriname het hoofd te bieden zou de overheid de invoer van landbouw inputs, zoals kunstmest, pesticiden en andere zaken, vrij van invoerrechten moeten stellen. De kosten van lokaal geproduceerde voedselproducten zoals rijst, groenten, vlees en fruit kunnen hierdoor alvast gedrukt worden. Indien deze maatregel niet voldoende blijkt, zal de overheid moeten bekijken hoe bepaalde zaken te subsidiëren.

Om voedselzekerheid te verhogen en voedsel betaalbaar te houden voor de bevolking zullen eventueel ook nog andere fiscale maatregelen genomen moeten. Ontwikkelingsfinanciering voor de agrarische sector dient ook beschikbaar gesteld te worden. Dit zegt ir. Richard Kalloe naar aanleiding van de gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de prijzen van voedsel en brandstof in de wereld. De prijsontwikkelingen in de wereld drukken  Suriname als importland met de feiten op de neus. Het land is teveel afhankelijk van voedselimporten en prijsstijgingen in de wereld hebben funeste gevolgen voor de economie en de bevolking.

Hoewel Suriname ook zelf voedsel produceert moet volgens Kalloe niet uit het oog verloren worden, dat de productie ervan ook in belangrijke mate afhankelijk is van importen van inputs zoals kunstmest, pesticiden en andere zaken. In de rijstsector bijvoorbeeld is het aandeel in de productiekosten van geïmporteerde inputs zoals kunstmest en brandstof het duidelijkst merkbaar. In de visserijsector geldt een zelfde situatie. Kalloe pleit daarom voor het vrijstellen van invoerrechten bij de import van inputs ten behoeve van de agrarische sector.

Verhoging voedselproductie

Verhoging van de voedselproductie en de ontwikkeling van de agrarische sector zijn zaken waar nu concreet gewerkt aan moeten worden. Er wordt volgens hem al jaren gesproken over productieverhoging en -ontwikkeling zonder dat er werkelijk iets gebeurt. Het beschikbaar stellen van ontwikkelingsfinanciering ten behoeve van de agrarische sector is van eminent belang om op termijn de afhankelijkheid van voedselimporten te verminderen.

Richard Kalloe vindt dat waar nodig is de overheid tot subsidie moet overgaan in de kosten van bepaalde inputs. De bevolking dient zoveel mogelijk beschermd te worden tegen de gevolgen van de huidige importinflatie. Voedsel dient voor de bevolking betaalbaar gehouden te worden.  Tegen deze achtergrond suggereert Kalloe zelfs, dat de regering met het IMF weer moet gaan praten om aanpassingen c.q wijzigingen aan te brengen in hetgeen aan maatregelen is afgesproken. Tijdens de onderhandelingen met het IMF is de Covid-pandemie genoemd als een factor voor de inkrimping van de economie. Nu komt een nieuwe situatie erbij waarbij er sprake is van importinflatie. Om de reeds bestaande inflatie waar de bevolking al zwaar onder lijdt, niet te verergeren (nog meer prijsverhogingen) zou volgens hem weer met het IMF gesproken moeten.

Kalloe zegt ervan overtuigd te zijn, dat het IMF bereid is te luisteren, “maar dan moet je goede onderhandelaars daarvoor inzetten”, aldus Kalloe. “Want als de bevolking nu uit onvrede in opstand komt, dan mag je het hele IMF-programma in de prullenbak doen”, zegt Richard Kalloe.

SS        

error: Kopiëren mag niet!