Suriname heeft de eerste test doorstaan wat betreft de lening van het IMF. Dat is staat in een ‘flash rapport’ van Torino Economics. Deze vaststelling heeft niet alleen te maken met een vaststelling van een publicatie van Torino Economics, maar ook tevredenheid van vooral het IMF zelf. Maar indien Suriname de toets van kritiek succesvol heeft doorstaan en we weten dat door de Surinaamse regering het sociaal programma niet adequaat heeft uitgevoerd dan rest maar 1 conclusie: bij de tevredenheid en de beoordeling van het IMF wordt er geen rekening gehouden met het sociale programma dat onderdeel is van het IMF-akkoord. Er wordt dus alleen gekeken naar de economische indicatoren, dus economische groei, de ontwikkeling van de schuldenpositie, de ontwikkelingen wat betreft de betalingsbalans (lopende rekening, begrotingstekort) en de beweging van de monetaire reserves.
Alhoewel het IMF een sociale paragraaf in het IMF-akkoord heeft, telt de naleving daarvan niet in de beoordeling van de regeringsprestaties. Daarom klopt het dus enigszins wel dat het IMF geen acht slaat op de sociale ontwikkelingen, dus de uitvoering van de sociale paragraaf is een formaliteit. Daarom hebben regeringen de motivatie niet en ook geen druk om rekening te houden met haar volk. En dat doet de Surinaamse regering heden ten dage ook nog niet en dat is dan een verklaring voor de impopulariteit van het politieke leiderschap in Suriname.
Het moet duidelijk zijn dat “begrotingsconsolidatie” een groot doel is van het IMF. Een ander groot doelen is het terugbrengen van de overheidsschuld tot goede niveaus. Dat betekent dus dat de uitvoering van het IMF-programma (dus gebruik van de lening) ertoe zal leiden dat het niveau van de leningen teruggaat. Dus een lening om lening te bestrijden. Een ander doel is het verbeteren van de monetaire beleidskader. Dus er moet met de lening beleid worden ontwikkeld om de munt sterker te maken en de monetaire reserve aan te sterken. Een ander doel is ontwikkeling van een wisselkoersbeleidskader. Dus het doel is om de gelden van de lening te gebruiken voor een goed wisselkoersbeleid te ontwikkelen, dat moet leiden tot een stabiel wisselkoers. Stabilisering van het financieel systeem is een ander doel. Dat betekent dat de centrale bank, de commerciële en staatsbanken en alle financiële instituten die vallen onder de CBvS goed functioneren. Dat betekent dat deze organisaties consumenten moeten kunnen bedienen en niet belasten met allerlei regels en kosten. Het betekent ook dat ze de nationale en internationale regels naleven en niet op zwarte lijsten belanden. Of dat financiële stromen onmogelijk worden door beslagleggingen. Dan zien we dat de lening ook gebruikt moet worden om de institutionele capaciteit te versterken. Dat betekent dat organisaties de beschikking genoeg personeel die goed getraind zijn om corruptie en witwassen van geld aan te pakken en het bestuur te versterken. Maar waar wet- en regelgeving tekort schiet, daar moet dat ook in orde worden gemaakt. Personeel kan getraind worden, maar we moeten ze kunnen vasthouden.
Er zijn in het Tripartiet Akkoord en het Herstelplan heel veel financiële wetten die in orde moeten komen zoals de BTW, maar we moeten nog de wetgeving nog zien. Wat is de context waartegen het geloofwaardig is dat de economische doelen worden gedaan? Er is een verwachting dat er een toename zal zijn van de uitvoer van mineralen, waarmee men doelt op de uitvoer van olie en gas. Dat moet echter nog gewaardeerd worden en het zal een aantal jaren duren. We weten niet wat de ontwikkelingen zullen zijn met betrekking tot de olieprijzen, vooral met de gespannen politieke situatie in de wereld.
Er zijn plannen om de omzetbelasting op geïmporteerde goederen met 2% (tot 12%) te verhogen. De omzetbelasting op binnenlandse goederen en diensten moet in oktober met 4 procentpunten (tot 12%) omhoog gaan. Interessant is om te lezen dat de btw al in tegen maart 2022 al moet worden aangenomen. Er moet een verhoging komen van de royalty’s tot 7,5% voor alle goudproductie. In januari 2021 is een decreet uitgevaardigd dat de royalty’s voor kleine goudexporteurs verhoogt van 2,75% naar 7,5%. De kunst is hier om alle goudproductie te registreren en smokkel tegen te gaan. Maar men moet niet alleen royalty’s te betalen maar ook de inkomstenbelasting. In het flashrapport staat dat de uitvoering van de verhoogde royalty’s vertraging heeft opgelopen vanwege problemen met het beheer van het hogere tarief. Wat daaronder moet worden begrepen is en raadsel, maar te verwachte is deze maatregel zal stuiten op verzet. Interessant is de toezegging van het kabinet om de nominale loonsverhoging in 2021 te beperken tot 25%.
Ook is toegezegd om de loonsom te verlagen tot minder dan 7% van het BBP in 2024. Hoe zal deze reductie worden bereikt. Men wil dit bereiken door de nominale groei van de individuele beloning van de ambtenaar te beperken tot onder de verwachte inflatie en door de overheidssalarissen te verlagen. De vraag rijst hoe men de overheidssalarissen zal verlagen. Nominaal betekent het alleen dat men dat kan bereiken door devaluatie van de munt. Maar het kan ook dat de lonen constant worden gehouden en dat het aantal ambtenaren wordt teruggebracht. Er is beloofd een uitvoering van een public sector reform programma. De bedoeling daarvan is om het middels vrijwillige pensioneringen en uittredingen, het ambtenarenapparaat terug te brengen. De kans is hier groot dat het hoger kader, wat juist behouden moet worden, uitstroomt. Een optie is ook om personeel middels een systeem van loonbijdragen uit te lenen aan de private sector.
Maar, de regering heeft volgens de personeelswet ook de mogelijkheid om wegens hervorming van het overheidsapparaat, personeel af te vloeien. De vraag rijst wat zal gebeuren met burgers die inkomen hadden en zonder inkomen komen te zitten, ondanks men bereid is geweest voor een hertraining voor een andere baan. Een idee kan zijn om een werkloosheidssysteem met rantsoenbonnen in te voeren waardoor burgers geen honger lijden. Het resultaat van dit alles kan zijn dat het overheidspersoneel wordt teruggebracht, maar dat de personeelspiramide niet gezond is. Het resultaat kan zijn dat de loonsom teruggaat, maar dat de totale overheidsuitgaven voor werkenden en werklozen engszins teruggaat maar niet drastisch. Erg zou het zijn als burgers langdurig of permanent in de uitkering zitten.