We zien weer dat de president van Guyana persoonlijk zich inzet voor het naar een hoger plan tillen van het landbouwbeleid in het land. De minister van landbouw is goed bijgepraat en bij de les. Dat missen we nog zwaar in Suriname. Er is de afgelopen dagen medegedeeld dat SRD 100 miljoen beschikbaar zou zijn voor een net bij wet opgericht Het gaat niet alleen om de ontwikkeling van de productie maar om de agribusiness. De agribusinees moet goed worden gedefinieerd, want het kan ook puur gaan om de industrie: de verwerking van landbouwproducten. Deze producten hoeven niet per se in Suriname te zijn geproduceerd. Ook hebben fabrikanten geen affiniteit te hebben met de Surinaamse productie, men hoeft het niet te stimuleren. Het gaat om heel veel geld en mensen zullen gebruik willen maken van hun connecties om een deel van het geld op hun rekening te doen posteren. Daarom moet het Fonds onder zware supervisie worden geplaatst. Over het ministerie en de minister van LVV zijn er mededelingen gedaan over belangenverstrengeling. Hij schijnt wel een band te hebben met exporteurs en mogelijk ook verwerkers, maar minder dan producenten. Zo zijn er particulieren in Suriname die dank zij het ministerie van LVV doen wat het ministerie van LVV moet doen. Zo laat LVV na om het bestand van de kleine herkauwers in Suriname te voorzien van vers bloed. Er worden in Suriname zo kleine geiten en schapen gekweekt in het algemeen. Geschikt voor onze klimaat zijn er groetere dieren die gekweekt kunnen wroden met meer opbrengst. Maar het ministerie van LVV kan de import van deze nieuwe rassen niet organiseren en deze aanbieden aan de telers. Die zijn niet weinig in Suriname, mensen hebben een traditie en houden graag dieren. LVV weet wat ze moet doen, maar doet het niet. Maar particulieren doen het dan wel en maken dan woekerwinsten. Burgers die hun veestapel willen versterken en vernieuwen die moeten dan deze ondernemers met hun woekerwinsten blijmaken met veel pijn in hun hart. De grootste winnaars zijn dan de importeurs die goede netwerken hebben binnen LVV, want we gaan ervan uit dat het niet mogelijk is om vee te importeren (met mogelijke zieketen) zonder een certificaat van de veterinaire inspectie. Het is maar 1 voorbeeld hoe LVV een corrupt beleid heeft van het tegenwerken van de landbouwers. Agribusiness is niet gedefinieerd in de wet maar Agrarische bedrijven wel: dat zijn kleinschalige, middelgrote en grote bedrijven die in de landbouw-, veeteelt- en visserijsector actief zijn. Deze sectoren hoeven waarschijnlijk niet de worden gedefinieerd. Maar een bedrijf dat vis pekelt, inpakt en exporteert valt onder de definitie. Een bedrijf dat worst maakt, inpakt en exporteert valt er ook onder. Maar nu komt het mooie: ook exporteurs van allerlei verwerkte producten vallen onder de definitie. We denken ook aan de rijstverwerkers die in grote silo’s padie en rijst bewaren en daarmee de prijs van padie en rijst bepalen. Maar we denken ook aan bedrijven die melkpoeder verwerken tot een vloeistof die melk wordt genoemd. Surinaamse melkboeren kunnen maar 2/7de deel van de melkbehoefte nationaal dekken. Maar vergeet niet de mensen die allerlei inputs importeren om bijvoorbeeld superdure voer te maken voor kippen en ander gevogelte. Gaan deze importeurs van voergrondstoffen ook uit het fonds trekken? Wij zijn van oordeel dat de definitie te ruim is waardoor de haviken in de sector die niet aan de productiekant zijn, aan het langste eind zullen trekken, ten nadele van de producenten die juist de voorkeur hadden moeten krijgen. We denken ook aan personen die vergunningen bezitten maar zelf niets van de sector afweten. Ze verhuren de vergunningen aan derden. De definitie is dus te ruim en heeft alle ingredienten om geld te laten verdampen, terwijl je niet ziet wat er in de sector is veranderd. De definitie had dit moeten zijn: kleinschalige … bedrijven die actief zijn in het direct produceren in de landbouw- etc…sector of het verwerken van deze in Suriname geproduceerde producten. In het doel van het fonds is de definitie van de bedrijven niet goed tot uiting gebracht: er is geen afbakening. In deze sectoren is er namelijk een krachtenspel: belangengroepen staan tegenover elkaar. Welke kant zal de minister van LVV kiezen? Die vraag stellen we weer, omdat deze minister nooit het vertrouwen van de producenten kan hebben gewonnen. Ook hij niet evenals zijn voorgangers, waaronder er ook vegetariërs waren. Hoe gaat een vegetarier de verhoging van de productie en export van rundvlees bevorderen? Formateurs hebben de afgelopen 25 jaar het ministerie van LVV niet serieus genomen. Het ministerie heeft geen toegevoegde waarde aan de economische ontwikkeling en de overleving van de Surinaamse natie. We zien in de memorie van toelichting dat LVV voor de slechte situatie van de agrarische sector het boetekleed niet wil aantrekken. De schuld wordt geschoven op de slechte financiele situatie en covid-19. En dat is een grote leugen. Daarom weten we dat dit fonds grote kans heeft niet ter heil te zijn van de agrarische sector.