President Chandrikapersad Santokhi heeft vrijdag 11 maart het Nationaal Comité Herdenking Slavernij en Onderzoek naar de Gevolgen van het Slavernijverleden (i.o.) ontvangen voor een kennismakingsbezoek. Het comité heeft als doel zorg te dragen voor de organisatie van nationale herdenkingsactiviteiten in de periode 1 juni 2022 tot 1 augustus 2023. In dat kader zijn enkele wenselijkheden aan het staatshoofd gepresenteerd.
“Naast het informeren over de plannen van het comité, is er ook gevraagd om erkenning”, aldus voorzitter Johan Roozer.
Nationaal monument
De werkgroep heeft gevraagd om het beschikbaar stellen van grond voor een nationaal monument. Het moet een ruimte zijn waar een stukje gevoel van uitgaat. De omgeving moet ook aangepast zijn, in die zin dat er een ambiance van rust gecreëerd wordt. Het moet verder een omgeving zijn die recht doet aan wat heeft plaatsgevonden en een nalatenschap zijn waar volgende generaties kunnen nadenken over het onrecht dat zich heeft voorgedaan en waarvan de werking nog voelbaar is, zo schrijft de Communicatie Dienst Suriname.
Verder wil de commissie een budget indienen om het nationaal herdenkingsprogramma te financieren. In het programma is ook opgenomen de herdenking van 1 juli, waarbij de president is gevraagd een toespraak te houden. Deze herdenkingsplechtigheid zal gehouden worden bij het standbeeld Kwakoe in Paramaribo.
Het comité is momenteel ook bezig met de voorbereidingen van een nationaal onderzoek naar het slavernijverleden van de inheemsen en Afro-Surinamers. Verder ziet men ook graag een klankbordgroep, omdat er heel veel opvattingen bestaan met betrekking tot het slavernijverleden in Suriname. Volgens voorzitter Roozer is het goed om al die meningen bij elkaar te brengen en deze te verbreden door meer organisaties te betrekken bij de discussies en ook bij de activiteiten die zullen plaatsvinden.
De situatie met Nederland met betrekking tot het slavernijverleden is ook actueel. President Santokhi heeft gevraagd om na te gaan hoe de samenwerking op dit stuk beter kan en dat alles goed in kaart wordt gebracht. Volgens het staatshoofd zou het goed zijn als er een nationaal position paper ontwikkeld wordt, dat gebruikt kan worden bij het aangeven van de standpunten van Suriname met betrekking tot het slavernijverleden. “En daarom is het van belang om meer eenduidigheid te hebben. We zullen alle organisaties die een bijdrage willen leveren, vragen om dat te doen”, aldus voorzitter Roozer.
Het Nationaal Comité wordt gedragen door de grootste representatieve Afro-Surinaamse organisaties, te weten NAKS, Feydrasi Fu Afrikan Srananman, Fiti fu Wini, het Nationale Reparatie Platform aangevuld met enkele exponenten uit de Afro-Surinaamse gemeenschap in het binnenland (marrons) en de inheemsen.