De personeelsleden van Huize Ashiana zijn al drie dagen in beraad, men weigert te werken zonder realisatie van hun eisen. De personeelsleden zijn de situatie beu.
In gesprek met Dagblad Suriname zegt de voorzitter van de personeelsbond, de heer Palmtak: “Het ultimatum dat wij aan de minister hebben gegeven, de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo), is verstreken. Hij vroeg naar nog wat tijd om alles in orde te maken enkele keren, echter zonder resultaat. Bij ons is het ultimatum verstreken en straks zullen wij een parole uitschrijven.
Enkele reacties van personeelsleden die in beraad zijn
‘Zuster Wendy:’ “We willen dat geld in handen, alles moet op zwart en wit staan. Voor de wacht krijgen we maar SRD 25 per dag. Het kan niet langer zo doorgaan. De vervoerstoelage is maar SRD 141, terwijl ik maandelijks SRD 1.100 nodig heb voor benzine. Ons salaris is tussen SRD 2.000-SRD 2.500. Als verpleegkundige dien je minstens vier uniformen te hebben want wij doen wit aan. Ik red het niet met die SRD 950 Srd wat ik op jaarbasis krijg. want een modiste tegenwoordig vraagt boven de SRD 300 om een uniformpak te maken. Wat blijft over om schoeisel en sokken te kopen?”
‘Zuster Jennifer’: “Wij willen verandering zien, ik kom niet uit met mijn salaris, het werk wordt wel nog door enkele zusters gedaan maar meer door de stagiaires, de militairen koken en helpen de oudjes met het opknappen van de kamers of water uit de kamers halen, want wanneer het regent lopen de kamers op de begane grond onder water. Ik moet tegen 4 uur in de ochtend al uit bed, om op tijd aan het werk te zijn, want er is geen personeel vervoermiddel. Soms kom ik aan het werk en er is geen materiaal om te werken, dan moet je er zelfs voor opdraaien. “
‘Zuster Hortance’: “Er is een tekort aan personeel want je kan niet als verpleegkundige met een Covid-patiënt werken en een andere bewoner verplegen die gezond is. Wij hebben de bewoners niet in de steek gelaten maar je kan op een gegeven moment geen kwaliteitswerk leveren als je in één dienst meer dan 30 bewoners moet verplegen .Wij doen ons werk met alle liefde, maar de situatie waarin wij verkeren laat te wensen over. Ik vraag hierbij aan de minister voor meer personeel.”
‘Zuster Mavis’: “Ik kreeg vorig jaar een beroerte aan het werk alleen omdat het werk te zwaar is. Er is geen personeel en de meesten van ons zijn al boven de vijftig. Nu moet ik met steunkrukken lopen, niemand die mij heeft vergoed, maar ik blijf dat werk doen uit liefde, zoals ons allen hier. Ik hoop dat de minister ons zijn helpende hand biedt. En vicepresident komt u, komt u naar ons kijken, wij hebben uw hulp nodig.”
Interieur verzorgster Miria: “Wij als interieurverzorgsterszijn ook in beraad. Wij moeten met ongeveer 15 man meer dan 150 kamers en zalen schoonmaken, we werken voor onze straf, soms moet je ook voor werkmateriaal zorgen. Wij onderhouden het terrein ook zelf, waar wij moeten zitten schaften is aan renovatie toe. Geen enkel waardering krijgen wij, het werkt allemaal demotiverend.”
Personeel wasserij afdeling: “Wij verlenen nog dispensatie, omdat het onhygiënisch is vuile kleding op te sparen en de bewoners zonder schone kleding te laten, maar wij hebben wel wasmachines nodig, en de wasserij afdeling moet gerenoveerd worden.”
“Aan de minister vragen wij materiaal om de bewoners goed te kunnen verplegen, renovatie van de gebouwen, meer personeel zodat er kwalitatief werk geleverd wordt door ons allen en natuurlijk verhoging van ons salaris en toelagen”, aldus de personeelsleden.
IS