Een taal wordt gebruikt om menselijke interactie tot stand te brengen, en taal kan naar gelang de situatie waarin deze interactie tot stand komt, verschillende functies vervullen. In formele officiële situaties kan taal de functie van administratietaal, taal van de rechtspraak, schooltaal enz. In de informele sfeer kan taal de onder andere de functies van thuistaal, straattaal, scheldtaal,enz. vervullen. Moedertaal is hierboven niet genoemd, omdat moedertaal niet slechts in verband gebracht kan worden met functie, maar met meer. Moedertaal heeft te maken met een zekere binding die een individu heeft met een taal, zo laat het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur weten in onderstaand uitgebreid persbericht.
Moedertaal
Er zijn vele omschrijvingen van de term moedertaal: moedertaal is thuistaal; taal die je als eerste verworven hebt; taal die je gebruikt om basale emoties uit te drukken; taal waarmee je je kan identificeren: taal van je land /district/ dorp, taal van de etnische groep waartoe je behoort; en taal die je het beste begrijpt en beheerst. Al deze omschrijvingen spelen een rol bij de toekenning van de functie moedertaal. Moedertaal is dus een functie die uit meerdere componenten bestaat.
In Suriname gebruikt men vaak de term de moedertalen als men bedoelt Surinaamse talen zoals Sarnámi, Surinaams-Javaans- Sranantango, enzovoorts. Men gebruikt dus de frase de moedertalen om naar een groep talen te verwijzen. Deze term is ongelukkig gekozen, aangezien elke natuurlijke menselijke taal in aanmerking komt voor de functie moedertaal. Kunsttalen zoals Esperanto en Volapük zijn doorgaans geen moedertaal.
In Suriname gaat men vaak dus ten onrechte ervanuit, dat moedertaal samenvalt met etnische taal. Moedertaal hoeft niet noodzakelijkerwijs gebonden te zijn aan etnische groepstaal. Immers onderzoek heeft uitgewezen dat er in Suriname mensen wonen die de taal van de etnische groep waartoe zij behoren niet spreken en verstaan. Hoe zou die taal dan hun moedertaal moeten zijn.
Moedertaal is ook niet altijd de taal die het individu als eerste geleerd heeft, want een kind uit een Nederlandssprekend gezin zou nog voordat hij/zij het Nederlands geleerd heeft Engels kunnen spreken, omdat de oppas met wie het kind de hele dag is alleen Engels spreekt. Dit maakt Engels niet de moedertaal van het kind, immers het kind heeft geen binding met die taal.
Vele van onze geboren en getogen binnenlandbewoners bewijzen dat de taal van het eentalige dorp van afkomst niet altijd de moedertaal hoeft te zijn. Scholing en urbanisatie maakt binnenlandbewoners vaak zo vertrouwd met het Surinaams-Nederlands dat die taal in aanmerking zou kunnen komen voor moedertaal en de moedertaalstatus met de taal van het dorp te delen, of misschien zelfs over te nemen. Zeer zeker kunnen individuen zich identificeren met de taal van hun dorp/district/land, en hebben ze een band met die taal, maar dit alleen is niet voldoende om een taal de functie van moedertaal toe te bedelen
Mensen drukken zich vaak uit in hun moedertaal als ze kwaad zijn. Immers schelden doet men vaak in hun moedertaal. Onderzoek (2012, 2015, 2016, 2017) in Suriname verricht onder de verschillende bevolkingsgroepen, en in verschillende districten wijst uit dat een van de moedertaal-functies: expressiemiddel van kwaadheid aan het Sranantongo is toebedeeld, want alle resultaten van deze onderzoeken tonen aan dat het Sranantongo dwars door etniciteit en leeftijd heen als scheldtaal gebruikt wordt.
Moedertaal en onderwijs
In onderwijskringen schijnt men het ermee eens te zijn dat moedertaal mede gebaseerd is op bekwaamheid (competentie) in een taal als gevolg van de functie van thuistaal. In een bekend UNESCO rapport van 1953 wordt gesteld dat het gebruik van de moedertaal in het onderwijs zo lang mogelijk moet worden aangehouden, en dat kinderen in de aanvang van het basisonderwijs opgevangen moeten worden in hun moedertaal, omdat zij die taal het beste begrijpen, en dat dit de kloof tussen thuis en school zoveel mogelijk kan verkleinen/ dichten.
Meertaligheid en moedertaal
Tweetalige/meertalige individuen zijn vermoedelijk nooit even goed in beide/ meerdere talen die ze beheersen. In Suriname bijvoorbeeld heeft de competentie van twee of meerdere talen die de spreker beheerst te maken met de dominantie van de taal in een bepaald taalgebruiksgebied. In Suriname hebben de talen elk hun eigen gebieden van gebruik. Zo kan een tweetalige Surinamer die meent het Sranantongo, zowel het (Surinaams)-Nederlands zeer goed te beheersen, geen rekensommetje maken in het Sranan, maar ook niet zo goed moppen tappen in het (Surinaams)-Nederlands. Welke taal spreekt hij dan het best? Zijn dan niet beide talen zijn moedertaal voor wat competentie betreft, en hebben dan deze moedertalen niet gescheiden functies.
In Suriname zou in verband met competentie gesteld kunnen worden dat de notie moedertaal een optelling is van de Surinaamse talen die het individu goed meent te beheersen: voor een Sranantongo & Surinaams-Nederlands moedertaalspreker zou het dan kunnen zijn T(aal)1+ T2 (= moedertaal). Voor de Sarnámi & SN moedertaalspreker geldt hetzelfde. Voor de drietalige Surinamers geldt dan T1+T2+T3 (=moedertaal). De talen die dan samen de functie van moedertaal uitmaken, hoeven niet een gelijk aandeel erin te hebben. De een kan een groter aandeel omvatten, dus meer componenten beslaan dan de andere.
Luxe
Meer dan één taal ter beschikking hebben om alle taalfuncties te vervullen, is een luxe en kan beschouwd worden als een rijkdom. Deze rijkdom is te danken aan de meertaligheid van onze Surinaamse samenleving, die aan circa 30 talen onderdak verschaft. Het Surinaams-Nederlands en het Sranantongo kunnen beschouwd worden als nationale talen, omdat ze door de gehele natie, en vaak dwars door etniciteit heen, gebruikt worden. Helaas wordt deze linguïstische rijkdom overschaduwd en bedreigd met teloorgang van talen.
Zeker vijf talen van de inheemsen zijn op sterven na dood, en het Lokono is zeer bedreigd. Ook het Surinaams-Javaans schijnt bedreigd te geraken, te verzinken in de meertaligheid. In Suriname moeten we er daarom alles aan doen om onze talen te in stand te houden en te bevorderen. De talen die bedreigd zijn, en die op sterven liggen, moeten we doen herleven, opdat de rijkdom aan talen niet teloor zou gaan, en daarmee de rijkdom aan kennis die deze talen in zich dragen, met zich meebrengen.