In artikel 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind is de definitie opgenomen wat onder een kind wordt verstaan: een kind is een ieder beneden de leeftijd van 18 jaar. Met dien verstande, dat een kind teder is en snel mee gaat met alles wat om zich heen gebeurt en dat een ouder waakzaam dient te zijn.
Artikel 5 van het verdrag haalt aan, dat ouders of andere wettelijke verantwoordelijken de primaire verantwoordelijkheid op zich dienen te nemen, onder andere de zorg, begeleiding en opvoeding van hun kind. De overheid moet dit respecteren en hierin ondersteuning geven. In eerste instantie is het dus de bedoeling, dat de ouder of wettelijke verzorger een veilige thuishaven creëert door te weten wat voor gedragingen zij vertonen, want kinderen pakken op wat zij zien.
Artikel 16 verwoordt, dat elk kind recht heeft op privacy. Maar tot hoever geeft een ouder of verzorger een kind de kans om van zijn of haar privacy te genieten? De ontwikkelingsfase periode van een kind moet hierdoor toch beschermd worden, zoals het staat in het verdrag dat elk kind recht op bescherming en veilig wonen heeft.
Kinderen houden van spelen en vrije tijd en dat is vastgelegd in artikel 31 van het verdrag, een kind heeft recht op vrije tijd, spelen en recreatie, maar als ouder of verzorger dient men een kind te controleren op waar hij of zij zich mee bezighoudt, want zonder die controle loopt het vaak mis.
Met de introductie van technologie is er vaak geen hechte ouder en kind band meer, het kind krijgt tegenwoordig een tablet of mobiele telefoon, zolang dat kind maar rustig is. De meeste online games en video’s komen met een leeftijdsgrens van 18 jaar, maar die zijn niet geïnstalleerd door een ouder of verzorger en dus weet men niet waarmee hun kind bezig is.
Als voldoende aandacht wordt gegeven aan een kind en krijgt een kind dat niet van een ouder of verzorger, dan zoeken ze het wel via games en video’s.
De emoties van een kind in ontwikkeling zijn ieder keer weer anders. Er zijn dagen waarop een kind verdrietig is, blij is en soms eenzaam. Er kan dus een gedragsstoornis zijn zonder dat de ouder of verzorger daarvan op de hoogte is. Enkele gedragsveranderingen waarop een ouder of verzorger kan letten zijn constant hoofdpijn hebben, geen eetlust hebben ook al heeft het kind de hele dag niet gegeten, vaker boze uitingen doen, vaker een sombere blik of weinig concentratie.
Een kind kan door zijn of haar kwetsbare staat zichzelf niet goed beschermen of verdedigen en daarbij hoort een ouder goede steun geven zoals het verminderen van elektronische apparaten voor kinderen en meer focussen op het op een juiste manier stimuleren van de ontwikkeling, zoals buiten laten spelen, goede denkspellen laten doen (dammen, schaken), kindersport. Een kind verdient privacy zoals is opgenomen in artikel 16 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, maar ook bescherming.
IS