Het Hof van Justitie heeft afgelopen week het tegen oud-minister van Financiën Gillmore Hoefdraad uitgesproken vonnis van 12 jaar gevangenisstraf en een geldboete van SRD 500.000 – bij niet-betaling te vervangen door 12 maanden hechtenis – bevestigd. Natuurlijk was de maanden geleden al op de vlucht geslagen oud-minister niet bij de uitspraak aanwezig en staat inmiddels al enige maanden via Interpol internationaal gesignaleerd.
Tegen de uitspraak van het Hof is geen hoger beroep mogelijk. Maar, daar denkt de gedesillusioneerde Hoefdraad duidelijk anders over, zo werd zaterdag 11 februari duidelijk. Hij heeft die dag via zijn advocaat Murwin Dubois een klaagzang van zes pagina’s publiek gemaakt, waarin hij de vermoorde onschuld uithangt en aanschopt tegen alles en iedereen die in zijn eigen wereld zich tegen hem hebben gekeerd.
De klaagzang blijkt gericht te zijn aan het Openbaar Ministerie, de procureur-generaal, als een soort laatste woord in verband de behandeling van het hoger beroep bij het Hof van Justitie afgelopen week.
Als Hoefdraad zo onschuldig is, waarom dan op de vlucht?
Maar, alles in zijn theatrale klaagzang lezende, zal iedereen hem de vraag willen stellen: Maar, beste Gillmore, als je echt zo brandschoon en onschuldig bent, waarom ben je dan al maanden spoorloos? Waarom heb je kennelijk geweigerd je verhaal te vertellen tegenover de politie of de procureur-generaal, wat heeft je tegengehouden? Waarom heb je je hoofd in het zand gestoken? Is het niet een schuldbekentenis, door uit zicht te verdwijnen, door je niet te laten zien laat staan te laten horen?
Nee, de oud-bewindsman en oud-governor van de Centrale Bank van Suriname uit in een dramatisch tranendal zijn frustraties over de lange weg naar zijn veroordeling en uiteindelijk die cel. Hieronder enkele van zijn opmerkelijke en bizarre hersenspinsels verwoord in de zes pagina’s tellende verklaring,
Theatrale klaagzang waarin niemand deugt, alleen Hoefdraad zelf
“We hebben dit land geprobeerd te redden en naar oplossingen gezocht die misschien administratief niet altijd volmaakt waren, maar nooit met slechte intenties. En daarvoor veroordeelt U mij tot 12 jaar”, aldus Gillmore.
“De belangrijkste focus voor mij elke maand was hoe het apparaat draaiende te houden, hoe de ziekenhuizen open te houden, hoe de scholen open te houden, hoe uw Hof van Justitie te ondersteunen, hoe de veiligheid te blijven garanderen, maar ook de steun aan de crèches, de kindertehuizen, en de gehandicapten. Verder ook nog denkend aan de ouden van dagen hun pensioen en/of ondersteuning te geven, en zelfs sportgebeuren te kunnen garanderen. En dat moest ik doen met een fractie van een inkomen. Veroordeelt U mij daarom voor 12 jaar?”
De oud-minister stelt, dat het toch wel duidelijk moet zijn, dat hij “op geen enkel moment heeft gehandeld met verwerving van persoonlijk gewin in het achterhoofd”. “Het behartigen van de belangen van de Republiek Suriname” is volgens Hoefdraad zijn “leidend principe” geweest.
Hij vraagt zich ook af of door het handelen van de Procureur-Generaal “niet bij voorbaat een eventuele weg naar een eerlijk proces moedwillig is afgesneden”. “Conclusies van verbalisanten in processen-verbaal schijnen leidend te zijn waardoor de objectiviteit geweld is aangedaan.”
“Ministers opgesloten, omdat ze de Staat bevoordelen”
Het lijkt, aldus Hoefdraad, “alsof in Suriname alleen ministers worden opgesloten, omdat ze de Staat bevoordelen en notabene gevangenisstraffen krijgen die zwaarder zijn dan in sommige gevallen bij verkrachters, pedofielen, en drugssmokkelaars”. “Laten alle ministers van Financiën van Suriname van de afgelopen jaren komen verklaren of alle opdrachten slechts na uitkomen van missives werden uitgevoerd. Vraagt U aan de huidige, maar ook voormalige ministers van Financiën, hoe vaak, omdat de ambtelijke molen traag was, er gevraagd werd om voor te schieten in de ene of andere sector. Hoe vaak moet er niet worden ingesprongen vanwege calamiteiten. Laten alle Governors van de Centrale Bank komen verklaren of er niet werd afgestemd met de respectievelijke minister van Financiën om bepaalde zaken voor te schieten wanneer het dringend was.”
“Ik ben verguisd geworden”
“Men heeft aan karakter vernietiging gedaan, ik ben verguisd geworden in de pers, maar ook op internationaal niveau”, schrijft de oud-minister. “Er zijn brieven en e-mails verzonden internationaal, ingezonden stukken, karaktermoord gepleegd zonder feiten. Zonder bewijzen. Waarmee wij bezig waren was om het land te redden.”
“Politiek vonnis”
Hij schrijft ook, dat “journalisten die deze regering aanhangen” aangeven dat het een zwarte dag is voor het land is vanwege de veroordeling van ons allen in de CBvS case”. “Het is werkelijk een zwarte dag voor de Surinaamse Staat, maar vanwege het feit dat er geen recht is gelezen. Een zwarte dag, omdat het een politiek vonnis is. Een zwarte dag of zwarte dagen omdat ze het karakter hadden van een “show trial”.”
“Ik heb juist de zaak aangebracht”
Hij benadrukt, dat juist hij het is geweest die via de Raad van Commissarissen van de CVvS de zaak heeft aangebracht. “Hoe kan ik in een criminele organisatie zitten en mezelf gaan aanbrengen? Dat snijdt toch geen hout. En de hoofdverdachte (lees: oud-governor van de Centrale Bank Robert van Trikt) zijn straf gaat naar 8 jaar en de mijne blijft op 12 jaar.”
Hoefdraad vervolgt: “Ik heb er absoluut geen spijt van geholpen te hebben een mensgericht beleid te voeren. Het getij moest slechts keren internationaal zodat we er allen als Surinamers er beter van konden worden.”
“Samenspanning VHP-top en OM”
Hoefdraad spreekt van een “ongebreidelde heksenjacht en door vakkundige manipulatie van mijn politieke tegenstanders en delen van de pers is er een massa hysterie gecreëerd tegen mij”. “De politieke aanvallen vanuit vooral de VHP vanaf 2015, de samenspanning tussen de VHP-top en het OM, de vernedering van mij nationaal en internationaal die ik als onacceptabel ervaar, de moordbedreigingen. Verder een prijs op mijn hoofd notabene op de radio door VHP-aanhangers die het ook publiekelijk kenbaar maakten, opgezweept door hun partijleiding met hun ongefundeerde uitspraken, maken dat ik me voor mijn veiligheid niet aan U zal presenteren.”
Hoefdraad zegt ook gebrandmerkt te zijn als een voortvluchtige, “terwijl er nergens melding was gemaakt dat de vervolging was aangevangen met het rechtsproces”. De instaat van beschuldigingstelling was nauwelijks verkregen of ik kwam op de opsporingslijst terecht. Er was nergens aangegeven dat door een of andere procedure kon worden vastgesteld, dat ik voortvluchtig was. Een opsporing is alleen noodzakelijk als onomstotelijk komt vast te staan dat een verdachte voortvluchtig zou zijn. Ik was nog geen verdachte”, aldus de voormalig Financiën-minister.
“Ik weet nog steeds niet op basis van welke wettelijke bepalingen en op basis van welk bewijs ik tot 12 jaar ben veroordeeld. Er is geen enkel accountantsrapport dat aangeeft waar en hoe groot het verlies van de Centrale Bank en/of van de Staat is”, beweert Hoefdraad.
“Ik heb mijn werk altijd naar eer en geweten gedaan. Ik heb kunnen bijdragen aan de implementatie van zeer belangrijke hervormingen zowel bij de Centrale Bank als bij het ministerie van Financiën. Hervormingen waar de opvolgende ministers en governors blijvend voordeel aan hebben.”
Tot slot laat hij de procureur-generaal weten, dat hij van alle hem ten dienste staande middelen gebruik zal maken om alle internationale instanties op de hoogte te stellen van zijn zaak en de manier waarop mijn mensenrechten zijn geschonden.”
PK