Ruim drie decennia na de bloederige Binnenlandse Oorlog in Suriname staat maandag 7 februari in Den Haag voor het eerst een militair terecht voor oorlogsmisdrijven in die periode. “Het is heel belangrijk dat dit alsnog gebeurt.”
Het leven was zwaar in Suriname in de jaren ‘80. “Er was al een economische malaise, daar kwamen door de oorlog nog meer armoede en wanhoop bij. Er waren aanslagen op elektriciteitsmasten waardoor het soms in heel Paramaribo duister was”, weet de Surinaamse mensenrechtenactivist Sunil Oemrawsingh, aldus een uitgebreid artikel zondag op onder andere de websites van het AD en het Parool. “Vanwege de perscensuur gingen er veel roddels en geruchten rond.”
De Binnenlandse Oorlog van Suriname duurde van 1986 tot 1992. Een bloederige strijd om macht en geld tussen het Junglecommando van Ronnie Brunswijk en het Nationale Leger van Desi Bouterse. Die legerleider kwam in 1980 door een staatsgreep aan de macht.
Onder leiding van Brunswijk, een ex-lijfwacht van Bouterse, werden militaire posten overvallen. Het regime sloeg echter hard terug en liet hele dorpen in het binnenland platbranden. In het dorp Moiwana worden 39 inwoners afgeslacht door het leger. Er vielen in de oorlog enkele honderden burgerdoden, duizenden andere binnenlandbewoners slaan op de vlucht.
“Er hebben in die jaren heel veel misdaden plaatsgevonden. Gepleegd door beide kanten: het leger en het Junglecommando”, zegt Oemrawsingh, zelf de voorzitter van de stichting ‘8 december 1982’, de datum waarop vijftien tegenstanders van Desi Bouterse werden geëxecuteerd in Fort Zeelandia in Paramaribo. Voor zijn betrokkenheid bij die moorden is Bouterse inmiddels veroordeeld. “Maar voor de misdaden tijdens de Binnenlandse Oorlogen heeft nog niemand ooit voor de rechter gestaan. Dat is onacceptabel.”
In oktober pakte de Nederlandse politie in Amsterdam de 55-jarige Abdoel L. op. De Surinaamse Amsterdammer zou tijdens de Binnenlandse Oorlog commando zijn geweest bij het Nationale Leger en in 1986 en 1987 meerdere burgers, onder wie kinderen, hebben vermoord. Dat zou zijn gebeurd bij ‘zuiveringsacties’ in de omgeving van Brownsweg in het Brokopondogebied. Het zijn oorlogsmisdrijven, stelt het Nederlandse Openbaar Ministerie.
L. zou zelf aan anderen zijn gaan vertellen over zijn misdrijven, waarna aangifte werd gedaan, zo meldde het OM in oktober. Ook zou L. in 2016 in Amsterdam op straat zijn herkend door een nabestaande van enkele vermoorde burgers.
Om welke moorden het precies gaat, is niet duidelijk. Moiwana, plek van de slachting in 1986, ligt niet in het Brokopondogebied. Op social media postte L. enige tijd geleden oude foto’s van een militair in uniform, poserend met een wapen op een brug. Het lijken foto’s van hemzelf uit die tijd.
De advocaat van Abdoel L., Gerald Roethof, zegt dat zijn cliënt stelt ‘geen oorlogsmisdaden te hebben gepleegd’. “Die beschuldiging is pertinent onjuist.”
Ook in Amsterdam is blijdschap over de rechtszaak. “Ik heb ook wel eens aan het Nederlandse OM gevraagd of ze mensen konden aanhouden die betrokken waren bij de Decembermoorden in Suriname, maar toen kreeg ik een flutreactie”, zegt Romeo Hoost, voorzitter van de stichting Herdenking Slachtoffers Suriname. “Daarom vind ik deze zaak van belang: elk individu dat betrokken is geweest bij moorden en denkt daarmee weg te komen, maar alsnog wordt berecht, is meegenomen.”