Aloema (VHP): “Niemand kan activiteiten ontplooien op hun grondgebied”
VHP-Assembleelid Ronny Aloema laat als lid van de commissie Wet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale volken weten, dat hij afgelopen dinsdag heeft deelgenomen aan een krutu te Asidonhopo met de Traditionele Gezagsdragers der Saramaccaners. Eerder waren er ook gesprekken met onder andere de Pamaaka en de Kwinti ten aanzien van dit onderwerp.
De Saramaccaners waren de derde groep met wie is gesproken. Asidonhopo kent ongeveer dezelfde zaken die de mensen naar voren hebben gebracht. Het valt de volksvertegenwoordiger op dat delen van de bevolking een verkeerde interpretatie hebben van het concept. “Voor de regering is het een taak om mensen bekend te maken met de essentie van de wet en wat er wordt beoogd.” Aloema zegt, dat te Asidonhopo de gemeenschap terugvalt op traktaten uit de koloniale periode die zijn gesloten in de 18e eeuw met de koloniale machthebbers. “Via deskundigen ben ik te weten gekomen, dat traktaten niet meer internationaal worden gebruikt”, licht Aloema toe. Echter houden de mensen van Asidonhopo nog vast aan deze overeenkomsten. Hierop laat Aloema weten, dat “er nog werk aan de winkel is”. In de komende periode zullen de mensen moeten worden uitgelegd wat de wet inhoudt en wat de bedoeling daarvan is.
Bescherming
“De wet is in zijn geheel een kaderwet, niet alles zal in deze wet worden geregeld, vanuit deze wet zullen er andere wetten worden geïnitieerd zoals voor de begrenzing van de gebieden”, merkt het Assembleelid op.
De manier hoe men in de dorpen beslissingen neemt moet men zelf invullen. “Deze wet geeft de gemeenschappen alvast de minimale bescherming waardoor niemand activiteiten kan ontplooien op hun grondgebied zonder om met de mensen te praten”, benadrukt Aloema. Hij geeft als voorbeeld, dat als de staat Suriname goud in een gebied wil ontginnen dat dan met de bewoners om de tafel moet worden gezeten om een besluit te nemen. “Want zolang de dorpsgemeenschap niet heeft getekend, kunnen de bedrijfsactiviteiten niet worden ontplooid door een persoon”, verduidelijkt het parlementslid. Aangehaald wordt in de wetgeving dat dorpsgemeenschappen ook moeten profiteren van bedrijfsontwikkeling in hun gebied.
Kaliña en Lokono
Aloema wijst op de verschillende vonnissen die zijn gewezen, die aangeven dat de gewoonten, woon- en leefgebieden en cultuur van de gemeenschappen bij wet erkenning verdienen door deze te beschermen. Ook de bescherming van de mensenrechten via internationale verdragen, haalt de volksvertegenwoordiger aan. De wetten conform het Kaliña en Lokono vonnis worden in principe nu reeds uitgevoerd, laat Aloema weten. Algemeen hebben de verschillende gemeenschappen dezelfde vraag en dat is de vraag wanneer deze wet zal worden aangenomen. Aloema stelt, dat deze wet ook al voorbereid en ingediend was door de vorige regering. Er zijn in die periode ook al tal van gesprekken gevoerd met de mensen.
Grondconversie
Aloema stelt gerust dat grondconversie in geen enkele zin en vorm een bedreiging zal zijn voor de mensen hun leefgemeenschappen. “We hebben internationale verdragen getekend als land dat we de gemeenschappen moeten beschermen, dus hoe zouden wij middels grondconversie delen van het land in eigendom aan iemand anders geven?”, vraagt Aloema zich af.
Hij merkt verder nog op dat de twee wetten elkaar niet bijten. “De grondconversie heeft betrekking op de kustvlakte terwijl de grondenrechten van de tribalen en de inheemsen een ander karakter kent.” Dat ander karakter is het collectieve eigendom en niet een persoonlijk eigendom, zet het Assembleelid verder uiteen. “Dat wil zeggen het is een eigendom dat toebehoort aan de gemeenschap.” De grote angst bij grote delen van de gemeenschappen dat concessiehouders gronden via grondconversie kunnen inpikken van de collectieve eigenaren in het binnenland sluit Aloema resoluut uit. “Dat kan niet”, benadrukt hij kort en krachtig.
RB