In kringen van economen en financieel deskundigen ligt men gegeven de huidige omstandigheden niet echt wakker van de mededeling van kredietbeoordelaar Fitch Ratings om geen evaluatie meer te doen van Suriname. De status van Suriname’s kredietwaardigheid is immers in de wereld bekend, ook bij potentiële investeerders.
Wat ook bekend is, is het feit dat Suriname thans onder een strak IMF-regiem bezig is met de uitvoering van een programma om haar financieel economische positie te verbeteren. Dat op zich wekt internationaal reeds enig vertrouwen. Suriname heeft thans de Restricted Default (RD) beoordeling, de slechtst mogelijke beoordeling. De RD-beoordeling dateert van april 2021. Dat had vooral te maken met het besluit van de regering om tot een “stand still” over te gaan voor wat betreft haar internationale schuldverplichtingen. De twee zogeheten Oppenheimer obligatieleningen staan daarbij centraal.
Fitch Ratings beschouwt het niet nakomen van die schuldverplichtingen als wanbetaling.
De RD-beoordeling zou Suriname in problemen brengen indien het van plan was om geld te lenen op de internationale kapitaalmarkt. De rente die daarbij gevraagd zou worden zou enorm hoog zijn. In het IMF-programma en het Herstelplan zijn echter geen plannen opgenomen om de internationale kapitaalmarkt markt op te gaan. Fitch voorspelde vorig jaar dat het twee- tot tweeënhalf jaar zal duren voordat Suriname mogelijk weer in de buurt van een B-min beoordeling of hoger komt.
Het driejarig IMF-programma en het Herstelplan zijn bedoeld om de economie weer op een duurzaam spoor te krijgen. Tot dan is een beoordeling van Fitch weinig relevant, menen economen en financieel deskundigen.
Het servicecontract met Fitch is tijdens de vorige regering in januari 2020 opgezegd. Dat gebeurde nadat toenmalig Financiën minister Gillmore Hoefdraad zich niet kon vinden in een minder gunstige beoordeling die het bureau op het punt stond uit te brengen.
SS