Het Assembleelid Ronny Asabina (BEP) heeft dinsdag in het parlement opnieuw zijn ernstige misnoegen geuit over het feit, dat de besprekingen tussen het traditioneel gezag van Brokopondo en Matawai aan de ene kant en de leiding van de Rosebel Gold Mines (RGM)/IAmGold aan de andere zijde zijn gesprongen.
Reeds enig tijd dringen de lokale gemeenschappen er bij de leiding van RGM op aan om gemaakte afspraken en gedane toezeggingen na te komen. Het in dienst nemen van krachten uit de plaatselijke gemeenschap is zo’n afspraak. De goudmaatschappij blijkt ook niet in die mate bij te dragen aan de ontwikkeling van de lokale gemeenschap, zoals is afgesproken. Medio december vorig jaar was er al een bespreking tussen partijen, welke niets opleverde dan dat men een vervolgbespreking heeft afgesproken. Deze heeft afgelopen maandag plaats gehad en de districtscommissarissen van Brokopondo en Matawai waren ook aanwezig. Bij deze besprekingen hebben de traditionele gezagdragers opnieuw bot gevangen.
Asabina, die zelf uit het district afkomstig is en ook aanwezig was bij de bespreking, toonde zich ernstig misnoegd over de houding van de leiding en directie van RGM. “De goudmaatschappijen hebben een olifantshuid”, zei het Assembleelid, daarmee aangevend dat het goudbedrijf zich totaal ongevoelig toont voor de wensen en grieven van de lokale gemeenschap. De parlementariër roept de regering opnieuw op om aandacht te schenken aan deze situatie.
Gespannen verhoudingen
De verhouding tussen de goudmaatschappij en de lokale gemeenschap is al geruime tijd verre van goed. Na de mislukte bespreking afgelopen maandag is de verhouding nog slechter geworden. Asabina wilde nog net niet het woord explosief in de mond nemen. Wat hij wel deed, was de regering vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot de voorbereidingen om de overeenkomsten met de goudmultinationals aan een grondige evaluatie te onderwerpen. De regering had dit eerder toegezegd. In het parlement is men het er kamerbreed over eens dat de goudovereenkomsten geëvalueerd moeten worden. Er was afgesproken dat er een parlementaire commissie zou worden ingesteld om de nodige stappen naar de regering toe te ondernemen. Assembleevoorzitter Marinus Bee zei dinsdag de kwestie te zullen oppakken. “Het parlement heeft ook haar eigen verantwoordelijkheid”, zei hij. Het zal niet wachten op de regering, maar zal het initiatief nemen.
De regering doet er goed aan de kwestie van gespannen verhoudingen tussen de lokale gemeenschappen en de hier te lande opererende goudmultinationals niet al te lichtvaardig te nemen. Ook in het Pamaaka gebied, waar Newmont met de Merian goudmijn goud wint bestaat er een dergelijke spanning tussen de leiding van het goudbedrijf en de Pamaaka gemeenschap. De grondredenen zijn identiek: het bedrijf draagt niet in voldoende bij aan de ontwikkeling van de lokale bevolking, meent men. De Pamaaka gezagdragers hebben recentelijk nog een brief gericht aan het hoofdkwartier van Newmont in de VS, waarin ze hun beklag doen over de houding van het goudbedrijf in Suriname.
Cultuur en traditie
De spanningen tussen de leiding van de twee goudmultinationals en de lokale gemeenschappen waar ze hun bedrijfsactiviteiten ontplooien speelt al geruime tijd en regelmatig wordt er melding van gemaakt in de media. Tot nu toe lijkt de regering geen oor te hebben voor de problemen van de lokale gemeenschappen. Of wordt er gewacht totdat de boel escaleert, om dan ordetroepen er naar toe te sturen om de rust te herstellen. De goudmijngebieden van IAmGold en Newmont liggen in de leefgebieden van de lokale tribale bevolking. Waar het bij de lokale gemeenschappen om te doen is, is dat zij hun rechtmatig deel van de “koek” krijgt ten behoeve van de lokale ontwikkeling.
De goudmaatschappijen hebben aan het begin van hun goudmijnoperaties plechtige toezeggingen en afspraken gemaakt met het traditioneel gezag van de lokale gemeenschappen.
In de moderne westerse cultuur mag het misschien zo zijn dat mondelinge gedane toezeggingen van nul en generlei waarde zijn bij het doen van zaken, maar in de cultuur en traditie van de Surinaamse tribale gemeenschappen geldt dat mondeling gemaakte afspraken en gedane toezeggingen nageleefd dienen te worden. Zij dienen op dezelfde wijze nageleefd te worden als de bij wet goedgekeurde goudovereenkomsten tussen de staat en de goudmultinationals. En die goudovereenkomsten dienen aan een grondige evaluatie te worden onderworpen, omdat niet alleen bij het parlement, maar ook bij delen van de samenleving het gevoel hen bekruipt, dat de goudmultinationals er de kantjes vanaf lopen en niet de juiste afdrachten doen aan de staat.
SS