Het is een zeer positieve zaak dat de president van Suriname een zeer nauwe samenwerking wenst en eropna houdt met de vakbeweging en het bedrijfsleven. De president is heel vaak met deze sociale partners in overleg en heeft ook in het vorige jaar het Speciaal Tripartiet Overleg ingesteld. Dit orgaan heeft het eerste Sociaal Akkoord in de moderne geschiedenis van Suriname geproduceerd. Alhoewel de regering tripartiet overleg kan voorstaan, dat niet weg dat de regering een eigen verantwoordelijkheid heeft wat betreft het regeren van het land. Op het uitvoeren van deze verantwoordelijkheid zal de president en de regering worden beoordeeld en afgerekend. In elk geval is het een positieve zaak dat het partnerschap wordt erkend. En het een en ander betekent dan weer niet dat de regering door zo te handelen rust zal kunnen inkopen, alhoewel dat de bedoeling mag zijn. Want, het aangaan van partnerschappen en overeenkomsten voorkomt niet dat de sociale partners hun onafhankelijkheid blijven behouden. Dat betekent dat alle zware issues die kunnen leiden tot onrust eerst intern via overleg worden opgelost, maar dat op den duur partijen toch wel hun ontevredenheid zullen kunnen uiten wanneer de oplossingen uitblijven. Met het tripartiet akkoord is wel geprobeerd om in de moeilijke periode van herstel, toch wel een aantal belangrijke zaken overeen te komen. Onder andere hebben die dan te maken met lonen, belastingen en sociaal vangnet.
Het Tripartiet Akkoord heeft als doel om te komen tot een financieel-economisch stabiele situatie. Daarbij is het de bedoeling dat de economische bedrijvigheid zich kan herstellen. Dat is een zeer uitdagende taak vooral in deze tijden van lockdowns en specifieke omstandigheden waaronder bedrijven open mogen gaan. We denken bijvoorbeeld aan de culturele sector, maar ook aan de horeca die een zeer moeilijke periode meemaakt. Goed geluid is gekomen van WHO Europa die denkt dat dit jaar nog vanwege omicron de corona zal afzwakken als een normale griep. Dat betekent dat in het zomerseizoen van de grote vakanties, de bedrijven in de horeca, de reisbranche en de vliegmaatschappijen goede zaken zullen kunnen doen. In het Tripartiet Akkoord is aangegeven dat er condities geschapen moeten worden voor structurele versterking van de economie en uitbreiding van werkgelegenheid. Daarvoor is niet alleen nodig dat er een stabiliteit is op het gebied van het koersenfront, maar daar begint het wel mee. De stabiliteit moet namelijk uitmonden in investeringen en pas daardoor ontstaat er werkgelegenheid. We hebben gezien in de tweede periode 2005-2010 van NF dat de regering alleen blindgestaard heeft op stabiliteit, maar de investeringen, los van een grote goudmultinational, is uitgebleven. Daardoor vertaalde de stabiliteit niet direct in sociale vooruitgang in de mate waarin het gewenst was. We hebben het hierover vaker gehad en terwijl we gaan richting 2 jaar nieuwe regering hebben we geen stappen gezien in de richting van de ‘bevordering en diversificatie van productie en export’ zoals het staat in het tripartiet akkoord. Intussen hebben we al verschillende zakelijke missies gehad en ook zakenmensen hier ontvangen. Ook heeft de regering al ministers en staatshoofden ontvangen en zijn wij, met name Bibis, ook regelmatig op reis geweest. Het is de regering tot nu toe niet gelukt om concrete investeringen te presenteren in bijvoorbeeld de agrarische sector. Suriname kan bijvoorbeeld van de behoefte aan rauwe melk maar 22% van de behoefte voorzien, de rest wordt aangemaakt met geïmporteerde melkpoeder. We hebben vruchtbare gronden, en omstandigheden om veeteelt te doen en omstandigheden voor visserij. Toch blijft een vergroting van de productie uit. Terecht is door critici gesteld dat de Surinaamse economie het meest belang hecht aan de belangen van importeurs. Importeurs zouden op de eerste plaats staan met de grootste belangen en daarna zou de rest volgen. Alle belangen worden afgestemd op de belangen van de import. Alle belangen schikken zich naar het belang van de import. Dat is waarschijnlijk de grootste verklaring waarin in Suriname productie niet kan worden gestimuleerd en de diversificatie niet van de grond komt. Maar in Suriname ontbreekt bij de regering vooral nog steeds en nu weer de cultuur van dien. Er zitten teveel mooie praters in het systeem, zoals onze minister van LVV. Onlangs zagen we bijvoorbeeld de kweek van vissen zien in grote uitgebreide wateren in Guyana. Zaken schijnen nu onder de huidige regering heel gemakkelijk te gaan in ons buurland.
In haar streven om te geraken tot een zo breed mogelijk gedragen tripartiet akkoord, is de regering de dialoog aangevangen met de gevestigde overkoepelende organisaties van werknemers en werkgevers. Dat is nogmaals een goede zaak, maar geen doel op zich. Uit deze dialoog moeten goede zaken voortspruiten en die zien we nog niet. De sociale partners zijn van mening dat structureel overleg tussen de partners de beste garantie biedt voor een evenwichtige nationale en sociaaleconomische ontwikkeling. Zij zijn zich daarbij van bewust dat het garanderen van economische bedrijvigheid en bevordering van nationale productie in het belang is van een gezonde economische ontwikkeling. Het draait allemaal om gezonde bedrijven, die werkgelegenheid scheppen en voldoende inkomsten genereren. De werknemers moeten voor hun arbeid een redelijk bestaan op te bouwen. De vakbeweging zet zich hierbij in om voor de rechten van de werknemers op te komen. Het tripartiet akkoord houdt de sociale partners aan tafel, maar de productiesector moet goed en agressief door de regering worden gestimuleerd, zodat het belangrijkste van de grond en dat is de productie en de bedrijvigheid.