Vanaf het begin van het lopend jaar zijn bushouders die onder de vlag van het Nationaal Vervoerbedrijf (NVB) rijden in staking. Het pressiemiddel bedoeld om betaling voor verleende diensten aan de overheid af te dwingen werpt de gewenste vruchten niet af. De regering houdt zich Oost-Indisch doof.
Nood breekt wet
De staking kan niet volgens plan worden uitgevoerd door de bushouders. Vanwege persoonlijke economische nood wordt er door een deel van de bushouders, zij het ongeregeld, gereden. Zij worden niet als stakingsbrekers beschouwd. De bushouders staan als één man achter de staking. Deze staking methode is een vorm van nood breekt wet. De dienstverlening is niet helemaal lamgelegd. Het is wel helemaal ontregeld.
Bushouders trekken zich terug
Het aantal NVB-bussen neemt af omdat eigenaren van degelijke autobussen steeds vaker de baddoek in de ring gooien om elders hun middel van bestaan te zoeken. Blijven alleen maar gammele bussen over in het wagenpark. Zij hebben vanwege de staat waarin zij verkeren weinig kans om buiten het NVB ingezet te worden. Slechts enkelen kunnen als particuliere lijnbussen, aan welke veel strengere eisen worden gesteld, gebruikt worden. Het autokerkhof komt steeds meer in zicht.
Doodvonnis
Vernomen wordt, dat het om en uitputtingsstrijd gaat. Het NVB is een blok aan het been van de overheid. Het bedrijf is een onding dat zwaar wordt gesubsidieerd. Het personeelsbestand is overbevolkt. Het bedrijf wordt doelbewust uitgehold. Het zal mij niet verwonderen als wij binnenkort in termen van het IMF te horen krijgen, dat de stekker uit het contact van de subsidiekraan wordt getrokken. Daarmee wordt het doodvonnis geveld over het staatsvervoersbedrijf.
Staatszorg
De overheid wordt niet in staat geacht om een staatsbusbedrijf in de ware zin van het woord aan het rollen te krijgen. Het heeft er veel van, dat het NVB zal ophouden te bestaan. Het openbaarvervoer (staatszorg) zal helemaal in handen van particulieren komen.
HD